Ondanks dat we zijn gaan houden van de Markiezen en haar ongelooflijk gastvrije inwoners, zijn we nieuwsgierig naar de volgende bestemming; de Tuamotu met zijn idyllische onbewoonde eilandjes, kraakheldere water en rijke onderwaterleven.
Weersvoorspelling en bananenregen
Als er voldoende wind staat, duurt de oversteek naar de Tuamotu slechts zo'n drie dagen maar er zijn erg veel mensen die zeer slechte herinneringen overhouden aan deze tocht. Je vaart namelijk door de SPCZ, de South Pacific Convergention Zone, het gebied waarbij de luchtstromingen van het noordelijk en zuidelijk halfrond elkaar treffen. Veel materiaal gaat stuk, heftige squalls komen over, de zee is ruig. Wij zoeken dus lekker een goedweersgat met lichte wind uit, zonder dat er een vervelende conversiezone tussen de Markiezen en de Tuamotu hangt en zijn tevreden met een oversteek die daardoor een dagje langer duurt. Als de weersvoorspelling klopt, zullen we vier dagen rustig weer hebben en aankomen op een dag waarbij er nog steeds een lichte bries staat.
Juist ja, als de weersvoorspelling zou kloppen. Die klopt dus niet en dat is vaak een probleem in dit gebied. Nou ja, de eerste drie dagen waren lekker rustig en we kabbelden comfortabel in de richting van de volgende mijlpaal in onze reis maar op mijn laatste nachtwacht krijgen we de wind nog van voren. Niet letterlijk, gelukkig. Er komt een squall aan, een dikke donkere waar veel regen in zit. Snel reven, zorgen dat er niet teveel zeil staat. Daar komt ie dan, ik hoor de wind al aankomen van een afstand, nog voordat ze er is. Het windje dat er stond was slechts 12 knopen maar in deze squall trekt ze aan tot net iets meer dan 30 knopen en drie kwartier lang krijgen we een enorme tropische plensbui over ons heen. Het regent dikke druppels tropisch regenwater en helaas ook bananen. Het onderste touwtje van de ene tros bananen is losgeraakt en met de harde wind en de heftige bewegingen van de boot, begint de tros te dansen en de rijpe bananen te vallen. Frans komt met een slaperig gezicht uit zijn bed gerold en vraagt of het wel goed gaat allemaal. Behalve de geplette bananen gaat het prima! Hij doet zijn reddingsvest aan op zijn verder blote lijf en neemt gezellig naast mij plaats in de kuip en geniet van de gratis douche tropisch regenwater. De regen en wind raast ons langs de oren en we liggen in een deuk om de vallende bananen. Ja, we voelen ons wel schuldig dat we in een deuk liggen want het is zonde van de bananen natuurlijk maar nu op het achterdek gaan balanceren om het touwtje weer vast te knopen is een onnodig risico dus dat doen we toch maar niet.
Wat zijn de Tuamotu eigenlijk
De archipel ligt een paar honderd mijl ten zuid-westen van de Markiezen. Een bijnaam voor de Tuamotu is 'the dangerous archipelago' en dat is niet voor niets. Keihard stenig en scherp koraal dat onverwachts steil en grillig omhoogrijst vanuit de bodem van de zee. Onverwachts, want de atollen die het rif verraden zijn laag, hebben geen bergen, en de kokospalmen zie je vanwege de kromming van de aarde pas als je al zeer dicht genaderd bent. Als het dag is tenminste. Voor veel vroegere zeelui kwam na een kleine onzuiverheid in de positiebepaling de onverwachte klap hard aan. Het stereotype plaatje van de schipbreukeling die op een minuscuul eilandje met drie palmbomen voor zich uit zit te staren komt hier vandaan. En alsof de onzichtbare riffen op zichzelf al niet pikant genoeg zijn, gaat er nog een sausje met pittige en onvoorspelbare stromingen overheen. Vele schepen zijn hier verloren gegaan en vele schippers varen er met een boog omheen. Maar eerlijk is eerlijk, sinds de tijd van GPS is het leven van de schipper een stuk minder onzeker in deze archipel (want je weet tenminste waar je precies bent, ook als het volledig bewolkt en donker is!) en al met al is het risico aanvaardbaar en de aantrekkingskracht groot...
Want Tuamotu is ook: kristalhelder water, grote 'binnenmeren', ofwel de lagunes waar je heerlijk kunt ankeren zonder dat de boot last van deining heeft. Koraalrijk, visrijk, haairijk, talloze kokosnoten op onbewoonde eilandjes (motu), afgelegen, onbedorven, palmbomen met witte stranden en het rijk voor je alleen.
De Tuamotu bestaat uit zo'n 78 atollen en zij spreiden zich uit over bijna 1000 zeemijl, dat is dus een enorm groot gebied. Een atol bestaat uit een koraalrif rondom dat de golven van de zee tegenhoudt. Aan de buitenkant van het rif slaan de golven stuk en het water stroomt daarna over de rand en via nauwe doorgangen naar binnen. Een atol hoeft geen enkel eiland (motu) te hebben maar de meeste hebben aan twee kanten van het atol vele beboste eilandjes of echt lange grote motus. Een atol kan iedere maat hebben maar de meeste zijn groot te noemen; 20 x 55 kilometer is heel normaal! In het binnenmeer, de lagune, is het water ontdaan van de deining van de zee. Veel atollen zijn bevaarbaar doordat ze diep genoeg zijn maar dat geldt niet voor allemaal. Ook zijn er vaak maar lang niet altijd bevaarbare passen waardoor je het atol in en uit kunt varen.
Nu heb je als het goed is een beetje een idee van de 'Tuamotu', iets waar eigenlijk maar weinig niet-zeilende mensen (of duikende, het is ook een duikersparadijs) van hebben gehoord. Er is een aantal atollen waar het min of meer en relatief 'toeristisch' is en deze worden het meeste bezocht door cruisers op doorreis omdat ze het meeste op de route liggen, het toegankelijkste zijn en de gemakkelijke passen hebben. Wij willen eigenlijk liever naar atollen die niet zo bekend zijn dus we schrappen de atollen waar in ons boek staat dat ze 'frequently visited' of 'often visited' worden.
Help, de pas door het rif
Iedere zeiler die we spreken is een tikje zenuwachtig als hij of zij bij de pas (een smalle doorgang in het rif) aankomt; de combinatie van tegengestelde stroming en wind, kunnen het enorm woest en gevaarlijk maken en stromingen kunnen oplopen tot ver boven dat wat je met zelfs een heel krachtige motor kunt tegengaan... Het is belangrijk om aan te komen als het ongeveer stilstaand water is, dus precies tussen twee getijden in. Maar wanneer dat is, is heel erg moeilijk te voorspellen en soms komt er geen stilstand maar blijft het water gedurende beide getijden naar buiten stromen. Het hangt niet alleen af van het getij maar in nog veel sterkere mate van de invloed van wind en zee-deining, dat bepaalt namelijk hoeveel water er over het rif wordt gestuwd en daarmee hoeveel water er uit de lagune wil stromen. Hoe meer water er in de lagune is gestuwd hoe later het tijdstip van stilstaand water optreedt en als er veel wind is geweest kan het heel goed zijn dat er helemaal nooit een stilstand komt en dat het water voortdurend hard naar buiten blijft stromen... Dit verschilt per atol en per windrichting.
Raroia
Dit is ons eerste atol en we komen mooi zoals gepland een uur voor de geschatte 'stilstandwatertijd' aan bij de pas van Raroia. We blijven op een redelijke afstand van de pas en kijken naar wat er gebeurt met de bootsnelheid en door de verrekijker bekijken we hoe wild of kalm het water eruit ziet. Zodra we zien dat de pas er rustiger uitziet, gaan we er wat dichter naartoe en als onze snelheidsmeter ook geen verdachte dingen aangeeft, varen we echt in de richting van de pas. Als wij aankomen is het bijna laagwater in de lagune. Dat betekent dat er nu water de lagune uitstroomt en dat het na de stilstand verandert in binnenstromend water. We willen veel liever een tegenstroom hebben dan een stroom mee, omdat dit langzamer en dus beheerster gaat en in dit geval ook omdat we 20 knopen wind hebben die precies uit de richting van de lagune komt stromen. Stroming en wind kunnen namelijk het beste beiden dezelfde kant op staan, anders krijg je hele hoge steile golven! Daarom zijn we vroeg en zodra het er redelijk rustig uitziet wagen we het erop.
“Frans, kijk, het middelste deel van de pas lijkt redelijk rustig, denk je dat we er nu doorheen kunnen?” Frans zegt dat we het er maar op moeten wagen. We zijn door anderen gewaarschuwd dat slack (stilstaand) water in deze pas slechts heel kort duurt. Als we te lang wachten, zal de stromingsrichting omdraaien en zullen de golven eng hoog en steil worden omdat de wind- en stromingsrichting dan tegen elkaar in gaat. We vinden het reuze spannend maar wagen het erop. Rustig meer gas erop en gaan met die banaan (of wat er nog van over is). Er staat nog wat tegenstroom, precies zoals we het willen. Frans staat op de boeg uit te kijken voor koraal dat niet op de kaart staat. We zijn binnen en eigenlijk was dat een makkie!
Kon-Tiki
In Raroia willen we graag naar het Kon-Tiki-eiland. Thor Heyerdahl is hier -aan de buitenkant van het rif- in augustus 1947 gestrand met zijn beroemde Kon-Tiki. Aan de binnenkant van het rif kun je in dit gebied goed ankeren. Om hier te komen moeten we ongeveer 7 mijl varen naar de overkant van de lagune. Dat is ook iets dat de nodige aandacht vereist. Het water is voor het grootste deel 40 meter diep maar op diverse plekken komen er 'bommies', ofwel hele koraaleilandjes naar de oppervlakte. Je dieptemeter in de gaten houden is zinloos, het zijn vaak rechte pilaren die steil omhoog rijzen. Ze kunnen zich op iedere diepte bevinden en zijn niet per definitie goed zichtbaar... Er zijn geen kaarten van dit gebied, althans geen moderne kaarten die geijkt zijn met GPS-gegevens dus we moeten op zicht varen. Goed licht is essentieel en dat betekent vooral geen laaghangende zon in de richting waarin je vaart, dan zie je niks door de schittering op het water. Als we de pas door zijn gekomen zien we dat de zon goed staat en we dus direct door kunnen varen. Frans staat op de boeg en ik stel de koers in op de autopilot.
De ruwe koers bekijken we op gedownloade Google Earth kaarten. Juist ja, dat zijn satellietfoto's uit Google Earth waarop je vanwege het heldere water de onder de zeespiegel liggende bommies goed kunt zien. Die Google Earth kaarten kun je laden in OpenCPN en zo zien we precies waar wij varen op die kaarten. Erg leuk trouwens, om met je eigen schip op een idyllische plek rond te varen! Vroeger bleef het bij dagdromen en inzoomen op Google Earth en verlekkerd zitten kijken hoe bijzonder het daar helemaal aan de achterkant van de wereldbol wel niet moet zijn... Nu varen we hier zelf(!!!).
De kaarten blijken erg nuttig te zijn en achteraf had Frans nu niet op de uitkijk hoeven staan, we slalomden mooi om het koraal heen door de kaart te volgen. Toch hebben wij altijd iemand op de uitkijk staan, er kan iets missen op de kaart (is later gebleken!) en dat risico is het niet waard!
Als we eindelijk bij de overkant van de lagune aankomen, zien we een tweede San Blas. Kleine onbewoonde eilandjes met witte stranden en palmbomen. Even denken we “Hebben we nou echt zo ver gezeild om weer hetzelfde te zien?” Maar later blijkt dat het toch wel heel erg de moeite waard is. Het gebied hier is veel groter, het is vele malen minder druk bezocht qua zeilers, er wonen geen Kuna's maar Polynesiers en eerlijk is eerlijk, de Kuna's zijn interessant qua cultuur maar echt een klik qua 'persoonlijke vriend kunnen worden' hebben we er niet mee. Polynesiers zijn (over het algemeen!) vele malen meer open, hartelijk, gul, beter opgeleid en ze staan 'dichterbij', ook al zijn ze qua afstand van NL verder weg. Als je snapt wat ik bedoel... Ook prettig is dat de Polynesiers, in tegenstelling tot de Kuna's geen rotzooi maken, we zien geen afval in de lagunes en op de stranden en de dorpjes van de atollen die we bezoeken zijn super netjes. Ook het onderwaterleven is veel mooier: behalve grote scholen kleurrijke vissen zwemmen er ook grote mantaroggen, en overal cirkelen er haaien! Alle zeilers zijn het er over eens: Tot nu toe was San Blas het mooiste, maar dat blijkt nu maar een voorafje te zijn geweest op wat we hier te zien krijgen!
Als we aankomen ligt er slechts 1 andere boot in de wijde omtrek maar een uur na aankomst komen er drie dikke catamarans vlak naast ons liggen, precies tussen ons en de ene andere boot in! De aankomende dagen zullen zeilers die we eerder ontmoetten ook naar deze ankerplaats gaan. Er is zoveel ruimte en goede ankergrond in het atol dat je gemakkelijk een prive-eilandje zou kunnen uitzoeken maar we geven de anderen door waar wij liggen en vinden het wel weer eens leuk om samen met andere cruisers om te gaan. Tactical Directions, Eye Candy, Esperanza, Plastik Plankton en Sahula komen en de aankomende tijd staat in het teken van grote kampvuren, gezellige BBQ's en pizza's bakken op het strand, snorkelen, de talloze eilandjes verkennen, speervissen en een bezoek aan de Pearl Farm (parelboerderij). Het water is super helder, het snorkelen heel mooi. Er zijn allemaal nieuwe vissen en ontelbaar veel 'Clams' (schelpen met daarin een dier dat heel veel verschillende kleuren kan hebben, erg mooi!). Ook valt het ons op dat er hier onder water veel meer fluoriserende kleuren zijn dan we eerder hebben gezien. Ook op het eilandje zelf zijn er meer dierlijke bewoners dan we denken; grote hilariteit als we tijdens een BBQ in het donker ontdekken dat grote heremietkreeften de door Plastik Plankton gebakken cake hebben ontdekt en er met hun scharen stukken van afknippen en naar hun schuilplaats slepen :-D
Mantaroggen!
Het is kwart over zes 's ochtends en Frans en ik plonzen het water in met duikbrillen en zwemvliezen aan; tijd voor een ochtendduik (snorkel)! Als we in de richting van een koraalbommy zwemmen, kijk ik opzij en slaat mijn hart dubbel. Een Reuzenmanta! En wat voor een, hij zweeft met opengesperde bek gracieus in mijn richting. Totaal relaxed, kalm en in zijn element, hij is niet onder indruk van mij terwijl ik gek ben van enthousiasme vanwege hem. Wauw, wat een dier. Zo groot, zo majestueus en gracieus. We hebben ze al vaak gezien vanuit Omweg in de Markiezen en op de Galapagos maar dit is de eerste keer dat ik zo dichtbij ben dat hij me kan opslokken. Helaas heb ik geen camera mee maar we hebben geluk, er komen nog meer mantas aan en op een gegeven moment zijn ze met zijn vijven aan het rondzweven om ons heen. Een foto, ik MOET een foto dus ik zwem op topsnelheid naar Omweg om de camera te halen. Als ik terugkom zijn er nog vier mantas en ze blijven nog een hele poos. Wauw....
Pasduik
Snorkelen binnen in het atol is mooi maar in de pas is het helemaal fantastisch zegt men. Er schijnen veel, HEEL veel haaien te zijn, ontelbaar veel vissen, vele grote groupers en mooi koraal. Dat klinkt ons aantrekkelijk in de oren en we willen dus graag een pasduik doen maar daarvoor moeten we 7 mijl terugvaren.
Tony op Tactical Directions biedt aan dat we met zijn grote catamaran mee kunnen varen, de dinghy meeslepend achter zijn schip aan, ideaal! Met vier dinghy's varen we daarna naar de pas. De timing is cruciaal, je wilt de duik beginnen als het water stilstaat en daarna naar binnen zal stromen zodat je nooit de open zee in zult drijven.
Het gaat allemaal goed en is een hele ervaring! Als we duikend afdalen, steken we eerst de pas over via de kloven in de bodem. Die zijn diep dus we zweven tussen smalle rechtopstaande wanden op ongeveer 25 meter onder de oppervlakte en het voelt heel mooi 3D aan. Als we de kloven voorbij zijn, komen we in een ruimere omgeving en zien veel haaien. De meesten zijn op een prettige afstand en tonen totaal geen interesse in ons maar een lemon shark (citroenhaai in NL?) komt me iets te dichtbij. Iemand die hier veel duikt, is een keer door zo'n haai gebeten. Gloep, niet zo handig om bloed rond te laten vloeien met zoveel andere haaien in de buurt! Gelukkig zwemt het dier rustig en heeft het geen agressieve lichaamshouding maar voor de zekerheid wijk ik toch maar rustig wat opzij. Er zijn veel groupers. Geen honderden, zoals er volgens een local hadden kunnen zijn (er was verwacht dat ze nu massaal aan het paaien zouden zijn) maar alsnog zijn het er veel en verder zien we met de stroming meezwevend grote velden mooi levend koraal en vele andere vissen. Een hele mooie ervaring!
Haaien
Wie gaat er nu zwemmen terwijl het hier stikt van de haaien? Om je gerust te stellen, haaien zijn relatief ongevaarlijk. Er zijn maar een paar haaiensoorten die groot en brutaal genoeg zijn om mensen te eten en deze haaien komen hier niet of nauwelijks voor. De haaien hier eten vis en daar lijken wij zelfs voor de meest bijziende haai bij lange na niet op. En er is veel vis, genoeg om de honger van de haaien te stillen. Een niet uitgehongerde haai laat het wel uit zijn kop om iets groots en mogelijk gevaarlijks te gaan aanvallen als hij ook gewoon de voor hem ongevaarlijke gemakkelijk te vangen kleine vissen kan eten. De meeste haaien tonen dan ook geen enkele interesse in onze aanwezigheid. Behalve dan als we visafval ergens in het water gooien. Het blijft een leuk spelletje om ergens aan de rand van een eilandje wat visafval in het water te gooien en te kijken hoe snel de haaien het in de gaten hebben en hoe ze in zelfs 40 cm diep water met hun vinnen boven het water het visafval supersnel opsporen. En dan weet je dat als je hier gaat speervissen je als een speer het water uit moet zodra je een vis hebt gevangen. Frans gaat met Florian van de Esperanza speervissen en dat is op die manier een spannend avontuur.
Vertrek
Wanneer ga je naar een andere plek? Als je je verveelt? Nou, dan hoeven we nog lang niet weg.... Toch varen we naar het volgende atol, omdat we nou eenmaal een soort schema hebben waar we ons grofweg aan moeten houden om uiteindelijk niet in tijdnood te komen. Onze vrienden van Esperanza (Florian en Martina) gaan met ons mee. De pas uit in Raroia gaat als een speer, we worden de pas uitgespoten. Vanwege de richting van de wind, is het beter om met de stroming mee de pas uit te gaan omdat de stroming en de wind dan in dezelfde richting gaan. Het gaat een beetje snel maar we weten dat er geen obstakels zijn dus daar maken we ons niet druk om en floep we zijn weer op de open oceaan!
Bijliggen / Heaving to
We proberen langzaam te zeilen naar Makemo, dan komen we er bij het eerste daglicht aan. Als we toch iets te vroeg aankomen, motiveert Florian ons om bij te gaan liggen (heaving to). Dat kan sinds we een rolfok hebben maar we hebben het nog niet geprobeerd. Het is een zeilmanoeuvre die ervoor zorgt dat je comfortabel op min of meer dezelfde positie kunt blijven. Als je ergens bent aangekomen en je doet de zeilen naar beneden, dan hebben de zeilen geen luchtweerstand meer en schommelt een zeilboot ineens als een bad-eend op de golven heen en weer. Niet erg prettig!! Zeilen zijn de stabiliserende factor dus eigenlijk wil je die laten staan. Maar zeilen zorgen ook voor voortstuwing dus als je niet verder wilt, is dat een probleem. Behalve dan als je de fok en het hoofdzeil beiden de andere kant op zet. Dan heb je winddruk in de zeilen, waardoor het bad-eend-effect noemenswaardig wordt verminderd, en ga je toch nergens naartoe. We rollen een klein puntje van de rolfok uit, het hoofdzeil is dubbel gereefd en dan sturen we de boot zo dat de rolfok bak komt te staan en zetten we de helmstok vast. Het effect is fenomenaal. Ineens is er complete rust in de boot, we drijven slechts heel langzaam met de stroming en de richting van de wind mee en we schommelen nauwelijks nog. Dit is een ideale positie om te wachten tot het goede moment is aangebroken om de pas in te gaan.
Makemo
De pas in het atol Makemo staat bekend om de pittige stroming. Als we aankomen staat er -volgens de getijdengegevens- nog een harde stroming de pas in. Je wilt niet een onbekende pas inschieten omdat het zo hard kan gaan dat je niet veel te vertellen hebt en als er dan onverwachtse ondiepte is, kan dat fatale gevolgen hebben. We zijn dus huiverig om te vroeg te proberen de pas in te gaan; als de stroming harder gaat dan onze motor aankan, dan kunnen we simpelweg niet terug. We wachten dus geduldig totdat de stroming niet meer heel hard zou moeten zijn, kijken hoe de pas eruit ziet en Esperanza gaat voorop om te kijken hoe het gaat. Tot onze verbazing zien we hun snelheid op de AIS steeds verder terugzakken. Zouden ze hun motorvermogen steeds reduceren?
"Omweg, Omweg, Omweg, this is Esperanza" schalt er uit de luidspreker van de VHF. Florian laat ons weten dat de stroming hard de pas uitstroomt en dat ze er niet tegenin kunnen komen. Ehm, dat is het tegenovergestelde van wat het zou moeten zijn.... Het is net half acht 's ochtends en het radionet 'The Polynesan Magellan net' op 8.173 MHz USB is begonnen. Frans meldt ons in: "This is Omweg in at the entrance of the Makemo pass and we are waiting for slack water and expecting ingoing current until then, but we experience outgoing current instead. Anyone who can share some insight on this?" Bevriende zeilers die al vaker in dit atol zijn geweest antwoorden en zeggen dat we er nu in moeten gaan omdat de stroming steeds verder tegen zal komen te staan. Dit is een van de keren dat er geen stilstand-water zal zijn. Er komt aan de andere kant van het atol blijkbaar zoveel water naar binnen dat er -ongeacht het getij- aan deze kant alleen maar water naar buiten stroomt. We laten Esperanza weten wat ons net is verteld en wij doen een poging om de pas in te komen. De stroming is inderdaad hard. Maar wij hebben Omweg en een hele effectieve schroef (autoprop) en een motor die sterker is dan voor deze boot zou hoeven. Die combinatie zorgt ervoor dat we het halen. Niet heel ruim, en het kost de nodige blauwe plekken op mijn benen als ik met de helmstok Omweg tussen de kolkende watermassa doorstuur. Man, dit is Panama-kanaal in het kwadraat!! Overal enorme draaikolken die Omweg 180 graden of meer van haar koers willen brengen en dan is die helmstok tussen je benen ineens niet meer zo heel comfortabel. Maar we komen erdoor en we hebben niet eens vol vermogen nodig!
Esperanza is vastberaden om ook binnen te komen en we zien dat ze het driemaal proberen. Helaas driemaal tevergeefs, de motor is niet sterk genoeg en ze worden achteruit gesleurd... Helaas moeten ze het opgeven. Jammer want we hadden afgesproken muziek te maken (ze hebben een gitaar, keyboard-piano en viool mee aan boord en op een onbewoond eiland kun je naar hartelust je gang gaan) en vissen te vangen met een speargun. We hadden ons allen hierop verheugd maar het verloopt anders dan gepland...
Van zeilschip Naoma krijgen we een heel mooie ankerplek door. Een geheime plek, we mogen niet aan de grote klok hangen waar dit is want als je goede ankerplekken openbaar maakt, is er een reeele kans dat het idyllische plekje ineens drukbezocht gaat worden. Hoewel druk hier relatief is... (Voor cruisers die er naartoe willen: mail ons voor de coordinaten!) We zijn Ryan van Naoma dankbaar dat hij ons de ankerplek doorgeeft. Er komt namelijk rotweer met harde wind aan morgen en we moeten dan op en beschutte plaats liggen en kunnen op zo'n moment niet zelf rondvaren om iets moois uit te zoeken dat een goede ankergrond en beschutting heeft. Dankzij Ryan kunnen we direct naar dit eilandje (motu) toe en daar ankeren voordat de harde wind echt begint. Door de pas waaide het al over de 20 knopen maar dit zal de komende dagen veel meer worden.
Shelterisland, ons onbewoonde prive-paradijsje
We komen aan bij een klein onbewoond eilandje met een prachtig palmbomenbos erop en goede zandgrond om in te ankeren ervoor. Het eiland dopen we 'shelterisland' omdat de aankomende dagen blijkt dat het -ondanks zijn kleine formaat- een heel goede bescherming geeft. Het is volkomen verlaten rondom ons. In een straal van minimaal 10 kilometer is er niemand anders te bekennen! Als we nieuwsgierig met de dinghy naar het eilandje varen, zien we een paar haaien zwemmen. Gelukkig zijn het maar blacktips en die zullen niet gauw iets doen. Het eilandje blijkt erg mooi te zijn en er staat een klein verlaten gebouwtje dat als veranda dienst doet en extra bescherming biedt tegen regenbuien en harde wind.
Kokosnoten kokosnoten en nog eens kokosnoten!
Ondanks dat het weer de aankomende dagen niet perfect is, hebben we hier een onvergetelijk mooie tijd. Het is ons eigen onbewoonde eiland. Er is niemand in de wijde omtrek. We zien 1 ander onbewoond eilandje op een paar mijl afstand en verder niets dan riffen waar de metershoge golven op stukslaan en de dichtstbijzijnde andere boten zijn zo ver weg dat we ze niet kunnen zien. Er zijn veel kokosnoten waar we onze in de Markiezen gekochte machete (kapmes) op uittesten.
Elke keer als we naar het eiland gaan nemen we de machete mee. Dorst? Kokosnoot rapen, openhakken en opdrinken! Hoezo een blikje of flesje?? Honger? Nog wat meer hakken en voila, je hebt het kokosvlees. Heerlijk!! En OF de kokosnoten zijn hier veel lekkerder, OF we zijn gewend geraakt aan de pure natuurlijke smaak van kokoswater en -vlees. We vinden de smaak inmiddels echt heel erg lekker. Als het 's avonds tijd wordt voor meer dan alleen kokosvlees, maken we een vuur van hout- en kokosresten die we op het eiland bij elkaar sprokkelen. Kokosnoten zitten in een dikke vezelige schil, als die droog is, is dat uitermate geschikt om als houtskool dienst te doen; het gloeit mooi en geeft een lekkere gerookte smaak. Op stevige lange groene kokospalmscheuten rollen we een stevig brooddeeg dat we vervolgens boven de vlammen ronddraaien en dat zo een heerlijk broodje wordt. Een kokosnoot erbij waar we wat rum bij hebben gegoten en tik (nou, het klinkt meer als TOK); proost! Wat een leven!
De aankomende week wandelen we over het eilandje, verkennen we het volgende onbewoonde eilandje, genieten we van de ruige zee die aan de buitenzijde van het atol op het rif stukslaat en snorkelen we dat het een lieve lust is. We sprokkelen kokosnoten, gieten er tegen de 'sundowner-tijd' rum of amaretto bij (dat laatste is ECHT een onwijs lekkere combinatie....!) en maken 's avonds pizza op de cobb met houtskool van kokosnotenvezel. De restjes voeren we aan de krabbetjes en haaien en we genieten van de rust en de vrijheid. Na een week hebben we ons nog steeds niet verveeld en nog steeds niemand anders gezien. En van het minder goede weer hebben we hier helemaal geen last omdat shelterisland een goede beschutting geeft. Het is warm genoeg dus kleding hebben we niet nodig. Dat scheelt weer wassen :-)
Verder verkennen
Op de Google Earth kaarten zien we een ander deel van Makemo dat er ook heel aantrekkelijk uitziet. Heel fel turquoise water en een groot onbewoond eiland. Ondanks dat we helemaal niet bij ons eigen sheltterisland weg willen, gaan we na een dikke week toch maar weer verder en bezoeken we dit deel van Makemo. Het laatste deel van de tocht er naartoe is spannend, het stikt van de bommies en we slalommen daar omheen. Op de GoogleEarth-kaarten zit hier bewolking dus dit is niet te zien op de kaarten en we zijn geheel afhankelijk van ons eigen zicht. Het is de moeite waard, we komen in een ontzettend mooi turquoise gekleurd gebied dat ons aan de Tobago Cays doet denken, maar dan zonder alle andere boten. Als we het anker controleren en ik een hand zand meeneem, zien we dat het zand spierwit is en uiterst fijn. Papegaaivis-poep in optima forma, goed gekakt jongens! Inderdaad zwemmen hier grote scholen papegaaivissen. Zij eten dood koraal op en poepen het vervolgens als zandwolken uit. Het eiland is groot en er staan echt ongelooflijk veel kokospalmen op. Als we met de dinghy aanmeren, komen er twee brede mannen naar ons toe. In hun uitgestrekte armen handen houden ze twee kokosnoten die ze net open hebben gehakt en met een grote grijns aan ons geven. Welkom! Het zijn twee mannen van het dorp dat op 10 kilometer hier vandaan ligt.
De mannen zijn hier twee weken om kokos te verzamelen, dat is een van de inkomstenbronnen hier en dit is het enige doel dat ze met dit eiland hebben, de rest van de tijd is het onbewoond. Het zijn leuke kerels en de volgende dag geven wij ze in ruil voor de kokosnoten pompelmoezen die we nog hebben van de Markiezen. Dat waarderen ze zeer!
Het enige (maar wel grote) nadeel aan dit eiland is dat er veel bijtende insecten zijn. Helaas geen sundowners op deze stranden, dan worden we lekgeprikt. Jammer! Maar het is wel een heel mooi eiland om ruim voor zonsondergang op rond te lopen en we mogen van de mannen zoveel kokosnoten als we willen en bovendien is het super dat er zoveel gedroogd hout ligt dat je heel mooi grote kampvuren kunt maken.
Na een paar dagen vertrekken we hier weer. Er is nog een geschikte ankerplek in dit atol maar eerst gaan we naar het dorp. Hier kunnen we ankeren als het weer rustig is en dat is het nu eventjes dus van die gelegenheid moeten we snel gebruikmaken. Het is 10 kilomter varen naar het dorp en ondertussen stoppen we bij een bommy ergens in het midden. Ik stop de boot, Frans springt eruit met zijn snorkelspullen aan en verkent het onderwaterleven hier.
Makemo, wat een aardig dorp!
Bij het dorp in Makemo is geen goede ankerplek en daarom kun je er alleen veilig ankeren met goed weer (weinig wind) zoals nu even het geval is. We hebben internet nodig en dat is hier eindelijk weer eens! Heel luxe komt het zelfs helemaal tot op de ankerplaats en het is een goede verbinding maar we zijn ook de enigen hier. Als we even het dorp ingaan staan we versteld van de vriendelijkheid van de mensen hier. Ze zwaaien naar ons alsof we lang verloren vrienden zijn. Iedereen lacht en zwaait en wij zwaaien en lachen vrolijk terug. Het dorp bestaat uit 1000 inwoners en is dus helemaal niet zo erg klein maar de mensen zijn echt ongelooflijk vriendelijk en vrolijk. Dat over een paar dagen het juli-feest begint zal daar wellicht ook mee te maken hebben, iedereen is druk bezig en draagt zijn steentje bij om er een feestelijke bedoening van te maken. Palmbladeren worden gevlochten, muziekstukken geoefend, dansen ingestudeerd en het is een vrolijke drukte van jewelste.
Een opvallend feit is dat de mensen hier in dit dorp heel veel gebruikmaken van fietsen. Overal zie je mensen fietsen en overal staan ze geparkeerd, het lijkt wel Nederland!
We zijn op zoek naar een winkeltje om weer eens wat voorraden bij te kunnen vullen. Een man vraagt of hij ons kan helpen. Hij blijkt de eigenaar te zijn van een winkeltje en de winkels zijn tussen 12 en 16 uur gesloten maar hij opent spontaan de deur voor ons en begint een gezellig praatje. Er is niet veel te koop en het assortiment is vreemd, een samenraapsel van toevallige buitenlandse producten. Er heerst hier geen armoede maar de bevoorrading is in deze uithoek altijd een lastig gebeuren.
Als we teruglopen naar de dinghy, zien we een vissersbootje met een grote koelbox met vis. In het Frans vragen we of we misschien een vis kunnen kopen. Fout! Nee, niet te koop, ze staan erop om hem cadeau te geven! We krijgen een onwaarschijnlijk mooie diepblauwe grote papegaaivis in onze handen gedrukt. Alsjeblieft, geniet ervan zeggen ze met een lach en ze weigeren om er iets voor te krijgen. Wow.... Wat een ongelooflijk aardige mensen zeg! Dat doet ons erg aan de Markiezen denken. Wederom een goede indicatie dat men ons hier niet als melkkoe ziet maar gewoon echt heel aardig is. We hadden er graag wat fruit van de Markiezen voor in ruil willen geven maar we kunnen de mensen later niet terugvinden.
Maar nu het moeilijke deel. Het is een papegaaivis en een bloedmooie diepblauwe. Gloep, die willen we helemaal niet eten, daar willen we snorkelend van genieten! Maar ja, het is ook zo raar om te vragen of ze misschien een lelijke en gemeenkijkende vis hebben... We hebben er echt ontzettend veel last van om deze schoonheid te vernielen en hem in een pan te bakken. Hypocriet genoeg hebben we er minder moeite mee en smaakt vis ons lekkerder als de vis in kwestie een vals uitziende lelijke roofvis is met een bek die er eng en vervaarlijk uitziet.
De vierde ankerplaats in het atol van Makemo
Op weg naar de andere pas van Makemo (er zijn hier twee bevaarbare passen), stoppen we nog bij een andere ankerplaats. Het is een wederom welig met palmbomen begroeid mooi onbewoond eiland en we hebben er een leuke tijd met de bemanning van Sangvind. Het eiland is mooi maar helaas wonen ook hier vrij veel prikkende insecten en bovendien zijn er geen onaangevroten kokosnoten te vinden; alles is opengeknaagd door ratten op dit eiland. We vinden geen enkele kokosnoot waar geen gat in zit! Jammer voor ons maar de heremietkrabben op dit eiland tieren er welig bij. Zij doen het absurd goed op dit eiland, als je rondloopt moet je uitkijken dat je ze niet plattrapt en dat komt vast en zeker door het grote aandeel kokosnoten met gaten dat ze hier kunnen vinden. De ratten vreten het aan, eten lang niet alles op en de krabbetjes vieren uitbundig feest :-) Ons Shelterisland was voor ons met stip het meest magische plekje in dit atol, hoewel de rest ook echt wel heel erg mooi paradijselijk is en we steeds erger verwend worden...
De pasduik aan deze kant van het atol schijnt erg bijzonder te zijn maar helaas komt het qua timing en weersvoorspelling niet uit en moeten we hem overslaan.
Fakarava
Sangvind en wij vertrekken tegelijkertijd naar Fakarava-zuid, dat is een nachtje zeilen. Er rust een vloek op ons en samen met anderen varen want Sangvind ontdekt ineens dat de pasdiepte toch eigenlijk wel heel ondiep is voor hun drie meter (!) diepe kiel en besluit het er niet op te wagen. Via de radio nemen we afscheid, zij varen door naar Tahiti en wij gaan voor de zuidpas in Fakarava.
Bij de pas aangekomen schrikken we ons in eerste instantie rot door de enorme brekende golven. Het lijkt hier een waar surfersparadijs! Leuk voor hen maar wat minder voor Omweg. Als we echter goed kijken, zien we dat er een klein stuk is waar het water rustig lijkt te zijn en we zien dat we helemaal niet bij die brekers hoeven te zijn. Als we voorzichtig proberen in de pas te komen, blijkt het een van de gemakkelijkste ervaringen tot nu te zijn! We nemen de ondiepe rechterzijtak van de pas en varen door kristalhelder water dat twee meter diep is. Geloof me, dat lijkt dood- en doodeng!!! Wij steken 1.35 meter dus we hebben ruim voldoende vrijheid onder de kiel maar het koraal is zo goed te zien door het doorzichtige water dat het ECHT lijkt alsof we er tegenaan gaan varen, brrrr.
Passnorkel
Net na de pas zijn op een goede plek moorings aangelegd, we leggen Omweg daar snel aan vast, springen in de dinghy en gaan gauw de passnorkel/freedive doen. De pas is namelijk heel geliefd bij duikers en snorkelaars omdat er zoveel soorten en zulke grote hoeveelheden vis te vinden zijn. Inmiddels staat er een ingaande stroming en met de dinghy varen we tot bijna buiten de pas, springen het water in en houden de dinghy met een lijn vast. Door de stroming worden we vanzelf weer naar binnen gevoerd. Wauw, wat een ervaring!
Al meezwevend in het water zien we meer vis dan tevoren, ontdekken we minstens drie soorten mooie vissen die we niet eerder zagen, zien we voor het eerst indrukwekkend grote exemplaren 'Napoleon wrasses', hele grote Titan Triggerfishes, vele soorten grote groupers en staan we versteld van het aantal haaien en als toetje is is het koraal nog mooi ook. De stroming begint steeds sneller te stromen en hand in hand vliegen we het laatste stuk met een noodgang helemaal naar Omweg.
Hirifa
Na de passnorkel maken we de lijnen los van de mooring varen we naar de beschutte ankerplaats Hirifa. Daar liggen we de aankomende dagen veilig in de harde wind die is voorspeld. Op dit eiland wonen een paar mensen, is een restaurantje en kun je mooi wandelen en zijn veel kokosnoten te vinden. Fakarava is een van de meer toeristische atollen, hoewel je dat wel met een hele grote korrel zout moet nemen. Toeristisch betekent hier dat er iets is, dat er een paar restaurantjes zijn, dat er een paar duikscholen zijn en dat het wat drukker is. Alles nog steeds relatief en in geen vergelijk qua drukte met de Carieb. Hier in Hirifa liggen een paar leuke oud-bekenden en ontmoeten we weer veel nieuwe mensen, waarvan we vooral met Scoots een heel leuk contact opbouwen. Het is een gezellige boel in de drie dagen dat we hier blijven.
14 juli komt eraan, de dag waarop de Bastille werd bestormd in de Franse revolutie in 1789. In Frankrijk is dit begrijpelijk een groots feest en hier in Polynesie grijpen ze iedere reden aan voor een feest, dus vieren ook zij op deze dag grote feesten. De Polynesiers doen er overigens een schepje bovenop want zij feesten gewoon de hele maand juli! 14 juli is het grootste spektakel en Tahiti is dan 'the place to be', dus we zien dit als een goede reden om te zorgen dat we op 11 juli uit Fakarava wegvaren zodat we de 13e in de vroege ochtend in Papeete, de hoofdstad van Tahiti aankomen. Voordat we de pas doorgaan, willen we nog een keer de passnorkel doen, daarom zeilen we de 10e juli in de ochtend naar de mooringen. Lekker met een halfwindje zeilen we op alleen de fok, zonder motor met 5 knoopjes de 6 mijl door de lagune naar de mooringen. De timing is goed en precies bij kentering van het tij snorkelen we de pas door en omdat we nu mooi vroeg zijn, is de stroming aan het einde nog niet te hard om het nogmaals te doen. Geweldige ervaring! De dag sluiten we af met een heerlijke pizza uit de houtoven van een lokaal pension.
De pas de volgende ochtend is een eitje, ondanks de 25 knopen wind op de neus. We zorgden dat we op tijd waren zodat stroom en wind in dezelfde richting zijn en we dus probleemloos (zij het een beetje langzaam) de smalle doorgang uitvaren. Tahiti, here we come!
Dank!
Voor iedereen die (weleens) een reactie schrijft op een blog: dank je wel, dat waarderen we zeer en vragen proberen we te beantwoorden! Je kunt ook klikken op het duimpje bij 'waarderen' hieronder. Dat is niet gelinkt met facebook ofzo, dus het komt niet op je timeline maar dan weten we wel dat je het waardeert. Alleen doen als dat zo is natuurlijk!!