Met pijn in het hart verlaten we Kuna Yala, maar we zijn nieuwsgierig wat de rest van Panama te bieden heeft. Het eiland Linton ligt ongeveer halverwege San Blas en de ingang naar het Panamakanaal en is daarmee een geschikte plek om de reis op te delen in twee dagtripjes. Op Isla Linton wonen een paar apen en die apen hebben bezit genomen van een verlaten landhuis dat precies aan de rand van de ankerplek ligt. De apen zijn gewend aan mensen want de zeilers voeren soms de apen. Naar verluidt eten de apen uit de hand en komen ze zelfs op schoot zitten, maar zodra je aanstalten maakt om weg te gaan raken de apen van streek en gaan niet zelden over tot agressief gedrag. Wij horen wel erg veel van bijtincidenten (tot op het bot) dus wij besluiten niet aan land te gaan op het eiland. Wel varen we er vlak langs, en als we dan een in een boom hangende aap vanuit de dinghy een banaan laten zien komt de aap rap naar beneden. We gooien de banaan op het strand en kijken hoe de aap de banaan oppeuzelt en de andere apen nieuwsgierig komen aanrennen. Deze slingerapen kunnen rechtop lopen net als mensen en dat ziet er erg grappig uit.
Ondertussen lezen we nog maar eens de informatie over het Panamakanaal door. Het Panamakanaal is een mijlpaal voor iedere wereldzeiler. Het is de scheiding tussen de Atlantic en de Pacific en voorkomt dat je helemaal om Zuid-Amerika heen moet varen om aan de andere kant te komen. Nu is Zuid-Amerika zeker de moeite van het bezoeken waard, maar het past niet in het tijdsschema, je zou ervoor de tropen moeten verlaten en de winter van het Zuidelijke halfrond in moeten varen met slecht weer, tegenstromen, tegenwind, mist, hele harde wind, enzovoorts. Dus gaat nagenoeg iedere wereldzeiler door het Panamakanaal.
Vijfhonderd jaar geleden ontstonden al de eerste plannen om een kanaal te graven door het smalle deel dat Noord- en Zuid-Amerika met elkaar verbindt. Probleem is alleen dat de grond erg hard is en dat het laagste stuk van de doorsteek toch nog altijd 27 meter boven de zeespiegel uitsteekt. Het heeft daarom pas tot in het einde van de 19e eeuw geduurd voordat er werd begonnen met een poging om het Panamakanaal daadwerkelijk aan te leggen. De eersten die dat probeerden waren de Fransen, maar die leden kapitale verliezen in zowel manschappen als geld en gaven het uiteindelijk op. De Amerikanen hebben jaren later de draad opgepakt en in 1914 ging het Panamakanaal open. Het Panamakanaal wordt ook wel een van de zeven wereldwonderen genoemd: Aan elke zijde zijn drie enorme sluizen gebouwd die meer dan 300 meter lang zijn en de schepen het hoogteverschil van 27 meter laten overbruggen. Het is een drukke en populaire route: er werken voortdurend 10.000 mensen in het kanaalbedrijf en het levert de helft van het inkomen van heel Panama op.
Het Panamakanaal is niet gebouwd voor zeilbootjes maar voor gigantische containerschepen. De zeilbootjes die de wereld willen omzeilen vormen een uiterst kleine minderheid en die doen ze erbij. Letterlijk, want de zeilbootjes moeten samen met zo'n containerschip in de sluis. Zijn de sluisdeuren eenmaal dicht en wordt het water vanuit het meer de sluis ingelaten dan ontstaat er een kolkende massa water, onder andere vanwege het feit dat de vermenging van het zwaardere zoute water met het lichtere zoete water voor allerlei rare maar ook krachtige stromingen zorgt. De zeilboten worden dan ook met meestal drie stuks aan elkaar gebonden tot een soort vlot en middels lange lijnen die boven de sluis worden vastgeknoopt is het de bedoeling om het hele vlot in bedwang te houden en te voorkomen dat de boten tegen de sluiswand of het containerschip worden gesmakt. Nu is het vastbinden van de boten met lange lijnen een voor de hand liggende oplossing, maar een complicatie is natuurlijk dat het waterniveau in de sluis 9 meter stijgt (of daalt) en de lijnen voortdurend moeten worden ingehaald of gevierd. En daarvoor heb je "linehandlers" nodig, mensen die de lijnen bedienen en zorgen dat ze niet in de knoop raken, dat de boot niet aan een lijn blijft hangen, of dat de lijn zo lang wordt dat de boten alsnog tegen de kant aan smakken. Dit bedienen van de lijnen doen de linehandlers op aanwijzingen van de loods die je ook nog eens aan boord krijgt. Ook moeten de boten worden behangen met autobanden en/of stootwillen zodat ze niet bij een lichte aanraking al beschadigen. Het klinkt allemaal erg spannend.
De volgende ochtend gaan we weer anker op vanaf Isla Linton en varen we naar Colon, de haven waarin de ingang van het Panamakanaal ligt. Hoe dichterbij we komen, hoe meer tankers, containerschepen en ander groot materieel we tegenkomen. In onze gids staat gek genoeg niets over de te volgen procedure dus we slalommen maar een beetje tussen de grote schepen door en roepen vlak bij de imposante 30 meter hoge rode en groene markeringen van de haveningang Christobal Signal Station op. Deze stelt dat we gewoon mogen doorvaren als we maar een beetje uitkijken voor de grote schepen die er varen! Op onze kaart staat een ankergebied aangegeven voor "small craft" en we verwachten daar een ankerplek te vinden die vol ligt met zeilboten die ook door het Panamakanaal willen. Maar gek genoeg is de ankerplek helemaal leeg! Het is al later op de middag en we besluiten toch maar het anker uit te gooien; we moeten hier toch zijn om opgemeten te worden om het kanaal door te kunnen. Maar vlak nadat wij daar aankomen arriveren er ineens toch nog wat zeilboten die, ongewoon voor op een ankerplek, rondom stootwillen hebben hangen. We gaan met de dinghy de boten langs, het blijken allemaal boten te zijn die vanavond nog het Panamakanaal ingaan en hier op dit ankergebied moeten wachten op de loods die ze aan boord krijgen. Al deze mensen zijn zeer stellig dat we een agent moeten inhuren om alles te regelen. Eentje vertelt ons dat er iemand was die op eigen houtje de formaliteiten probeerde af te handelen en dat hij uiteindelijk drie weken later pas door het Panamakanaal kon. We geven het echter niet onmiddellijk op want we hebben gehoord dat het wel degelijk prima zonder agent kan en dat scheelt toch al snel drie tot vijfhonderd dollar. Er is ook nog een boot gearriveerd zonder stootwillen, helaas een Franse boot, maar we besluiten toch maar even een praatje te maken. De mensen op deze boot zijn verrassend leuk en spreken goed Engels en vertellen dat ze, net als wij, net zijn gearriveerd, maar dat zij natuurlijk een agent hebben en morgenvroeg de "admeasurer" aan boord krijgen voor het opmeten van het schip en het invullen van de papieren. De "admeasurer" meet het schip op omdat dit het tarief bepaalt, bekijkt het schip en geeft aanwijzingen hoe het schip gereed moet worden gemaakt voor de transit door het Panamakanaal. Pas als de admeasurer de papieren heeft ingevuld kan het proces verder in gang worden gezet. Het is dus voor ons belangrijk om de admeasurer zo snel mogelijk aan boord te krijgen en daarom had Ilona voor de zekerheid in Bonaire al een benodigd formulier ingevuld en gemaild aan de organisatie. Het enige wat we nog moeten doen is vertellen dat we op de bestemde plaats zijn aangekomen. Ilona stuurt die email en krijgt zowaar 's nachts nog een mailtje dat er 's ochtends een admeasurer aan boord komt! Hoera! De admeasurer vindt onze boot hartstikke stevig en goed maar we moeten (net als iedereen) een verklaring tekenen dat onze boot ongeschikt is voor het Panamakanaal maar dat we er toch doorheen willen, en we krijgen de papieren waarmee we naar de bank moeten om de betaling te regelen.
De Fransen weten een alternatieve ankerplek waar wel een mogelijkheid is om met de dinghy aan land te komen: Club Nautico. Dit is ook de plek waar we handig af kunnen spreken met Tito. Tito is degene die we hebben gebeld omdat we overal op internet lazen dat dit de aangewezen persoon is om autobanden en lange lijnen bij te huren. We volgen de Fransen naar deze plek en gaan aan land als Tito ons belt dat hij er is. We zitten aan een terrastafeltje van het restaurantje en we doen vlot zaken: We huren acht autobanden en vier lange lijnen, hij kan ons een fumination report leveren voor de Galapagos eilanden (waar we aan de andere kant van het Panamakanaal wellicht heengaan) voor slechts 50 dollar in plaats van de gangbare prijs van 250 dollar, en linehandlers voor 85 dollar per stuk. Die linehandlers houden we maar even in reserve, want er zijn andere manieren om aan linehandlers te komen. De agent die de Fransen hebben ingehuurd komt erbij zitten want het is familie van Tito. De Fransen komen erbij en die krijgen van hun agent de informatie die wij net gratis van Tito hebben gehad. De agent van de Fransen heeft linehandlers voor 100 dollar per persoon in de aanbieding en aan het eind van het gesprek zien we een envelopje met inhoud van de agent naar Tito gaan, want het is uiteindelijk Tito die de linehandlers levert, maar dan wel voor 85 dollar per stuk. Zo verdient de agent ook nog weer een extraatje. We zijn blij dat we geen agent hebben ingehuurd want het is echt geldsmijterij waar je niets aan hebt en iedereen in dit circus probeert zoveel mogelijk geld binnen te harken.
Tito raadt ons sterk af om op eigen houtje de stad Colon in te gaan. Hij is heel stellig dat we zo snel we kunnen door het Panamakanaal moeten gaan omdat aan de andere kant, Panama-city, het veel gezelliger, veiliger en mooier is. Als we hier toch iets in Colon moeten doen dan kunnen we beter een taxichauffeur huren en hij regelt ter plekke voor ons een taxi die ons de sluizen laat bezichtigen, met ons mee naar de supermarkt gaat zodat we inkopen kunnen doen en zorgt dat we ergens bij een bank geld kunnen pinnen. Taxi's zijn goedkoop in Panama! Het is wel de vraag of we het halen want de achterband van de taxi loopt langzaam leeg, maar als ik de chauffeur erop attendeer dan schijnt het een bekend probleem te zijn. De taxi's zijn, net zoals zoveel spullen in Panama, veelal afdankertjes van Amerika. Het voorrangssysteem lijkt in eerste instantie ingewikkeld maar even later ontdek ik hoe het werkt: de auto's met de meeste deuken mogen eerst. Op zich logisch, hoe meer deuken hoe langer je al rondrijdt en hoe meer rechten je hebt verworven. En een overvloed aan deuken betekent dat je het niet erg zult vinden om nog een extra deuk op te lopen dus laten de minder gedeukten je graag voorgaan. Het systeem is helder, logisch en zelfregulerend. We grijpen steeds naar onze gordels, alleen zijn er hier geen gordels dus we moeten er maar aan wennen hoe het er hier aan toegaat. (Later horen we van een van onze Panamese linehandlers dat zijn moeder voor hem voor 100 dollar een rijbewijs heeft gekocht als verrassing, dus zo werkt dat hier en logisch dat er geen verkeersregels worden nageleefd als niemand ze ooit heeft hoeven te leren.)
We hebben tijdens onze reis al veel landen gezien die minder welvarend zijn dan Nederland. Maar tot nu toe waren dat landen waar ze een vrolijk soort armoede hebben, waar ze met minder geld toch leuke hutjes bouwen, feestjes hebben om een goede visvangst, waar de mensen in het algemeen vrolijk zijn. Maar wat we hier aantreffen in Colon, daar waren we niet op voorbereid. Het is een troosteloze bende, alles is in verval, de mensenpakhuizen staan op instorten, overal ligt troep op straat, roversbenden schijnen hier de dienst uit te maken. In de betere buurten staan grote muren om de percelen, soms om hele wijken heen, met rollen prikkeldraad erbovenop alsof het om gevangeniskampen gaat. Alle ramen zijn voorzien van dikke tralies. In de supermarkt lopen ook talloze beveiligers rond. En bij de bank wordt je eerst met een metaalzoeker afgetast voor je naar binnen mag. Ik denk dat het verschil zijn oorsprong vindt in het feit dat in de armere landen die we eerst hebben gezien de mensen altijd nog in staat waren een vis te vangen, een banaan te plukken, een kokosnoot te rapen en een bamboehut te bouwen. Welvaart was voor de extraatjes. Geen geld deze maand? Pfff, het leven gaat gewoon door. De mensen in Colon kunnen echter geen vis vangen, geen kokosnoot rapen, geen hut bouwen. Ze hebben geld nodig om te voorzien in hun allereerste levensbehoefte "eten" en geld nodig om te voorzien in de tweede "een dak boven je hoofd". Geen geld deze maand? Jammer dan; honger lijden en je onderdak kwijtraken. Ze zijn gevangen in een kapitalistisch systeem zonder uitweg en proberen radeloos alles om aan geld te komen en blijven in de stad hangen omdat daar de kans het grootste is op een baantje.
De volgende ochtend is het maandag en kunnen we eindelijk naar de bank om te betalen voor onze Panama-transit. We huren uiteraard weer onze vaste privechauffeur in (zo vroeg op de dag blijkt zijn achterband nog strak te zijn) en voor 5 dollar haalt en brengt hij ons van en naar de bank en blijft daar geduldig wachten. Rond de middag bellen we de scheduler op en blijken we ingepland te staan voor donderdagavond. Wat later dan verwacht maar het schijnt druk te zijn. De Fransen bellen ook maar blijken pas vrijdag door het kanaal te mogen. Ze zijn niet blij; ze waren er eerder dan wij, hadden speciaal een agent ingehuurd om alles vlotjes te laten verlopen, maar mogen nu toch pas later door het kanaal dan wij.
Ondertussen hebben we met een andere boot geregeld dat er iemand van hen mee gaat als linehandler bij ons, en verder hebben we via internet nog een jong Panamees stel gevonden dat graag als uitstapje door het Panamakanaal wil en daarvoor als linehandler wil fungeren. Het kost ons niets en het stel heeft een leuk uitstapje! We zijn nu dus klaar met al het regelwerk en we besluiten de ankerplek te verlaten om naar de Rio Chagres te gaan. We kregen deze tip lang geleden op de Tobago Cays van een Israelisch stel en het blijkt een gouden tip te zijn geweest. De rivier ligt zes mijl verderop - een uurtje zeilen - en eenmaal op de rivier zitten we met onze boot midden in een tropisch regenwoud! We ankeren op een willekeurige plek en wanneer het even later donker wordt horen we geritsel en zien we boomtakken wild bewegen: Apen! We kijken nog eens goed en zien de ene na de andere slingeraap zich nestelen in een boom om de nacht door te brengen. We blijken precies te hebben geankerd voor het "huis" van een familie slingerapen. De volgende ochtend worden we om half zes 's ochtends gewekt door een hels kabaal: Er brult een groep apen aan de overzijde van de rivier en apen aan onze kant brullen om het hardst terug. De papegaaien krijsen om het hardst door dit kabaal heen en verder zijn er nog allerlei andere, ons onbekende, vogelsoorten die de zonsopgang aankondigen. Het heeft iets magisch om echt het oerwoud te horen, geluiden die we alleen maar vaag kenden van documentaires die we ooit op TV zagen.
Een dag later gaan we 's middags weer terug naar Colon omdat we de volgende dag de eerste etappe van het kanaal zullen gaan afleggen. Alles verloopt gladjes: We ontvangen de gehuurde lange lijnen en netjes ingepakte autobanden, we dekken de zonnepanelen af zodat een toegeworpen lijn (met "apenvuist") niet de fragiele panelen kunnen laten barsten, we zorgen dat het dek goed beloopbaar is en iedereen overal bij kan. De volgende ochtend arriveren keurig op tijd onze linehandlers en aan het einde van de middag varen we naar de ankerplek waar we eerder deze week aankwamen maar deze keer zijn wij een boot behangen met autobanden en in afwachting van onze loods.
De loods arriveert, een aardige man die ons geruststelt met korte zakelijke informatie over wat we de procedures zijn. Zoals we eigenlijk al hadden verwacht worden we samen met twee andere boten getransformeerd in een vlot, een heel groot zeiljacht in het midden en wij aan de zijkant ertegenaan. We hoeven maar EEN lijn te bedienen, want de lijnen aan de voorkant worden gedaan door het zeiljacht in het midden dat aan de voorkant ver uitsteekt en de overgebleven lijn aan de andere achterkant wordt natuurlijk voor rekening genomen door de zeilboot die de andere kant van het grote zeiljacht flankeert. We hebben vier linehandlers aan boord maar we hebben er dus maar eentje nodig.
We gaan anker op en begeven ons het kanaal in en drie kwartier later liggen we voor de eerste enorme sluis. We binden de boten bij elkaar en wanneer de loodsen tevreden zijn vaart ons vlot de uitnodigend openstaande gigantische sluisdeuren binnen. De enorme boot voor ons in de sluis wordt met lijnen aan een zestal locomotiefjes verbonden die zo'n 10 meter hoger op de betonnen rand van de sluis gereed staan, maar ons vlot moet het doen met menselijke linehandlers. De enorme sluisdeuren draaien dicht en de weg terug is afgesneden. Het water om ons heen begint woest te kolken wanneer het binnenstromende zoete water het zoute water ontmoet en heel langzaam gaan we met zijn allen omhoog waarbij wij onze enige lijn stukje bij beetje binnenhalen om ons vlot in het midden van de sluis te houden. De operatie verloopt vlekkeloos en herhaalt zich nog twee keer bij de volgende twee sluizen. We zijn nu 27 meter gestegen en liggen in een meer met zoet water! De boten maken zich van elkaar los, we gooien ons anker uit, de loods wordt van boord gehaald en we kunnen onze eerste etappe, naar verluidt de moeilijkste en gevaarlijkste, vieren.
Het wordt een feestje want onze linehandlers zijn heel gezellig en houden wel van een feestje. Onze Panamese linehandlers spreken uitstekend Engels en al feestend leren we veel over het leven in Panama. Rond middernacht plonzen we nog even in het meer (ondanks de krokodillen), we hebben dikke lol en met tegenzin zoeken we uiteindelijk toch maar een slaapplek. Handig dat het hier 's nachts ook nog rond de 30 graden is dus iedereen kan gewoon ergens op dek of in een hangmat slapen.
De volgende dag moeten we vroeg op want de loods kan vanaf een uur of zeven worden gebracht. We hebben geluk dat we het toch wat rustiger aan kunnen doen; om half negen komt de loodsboot die de man bij ons aan boord brengt. We gaan direct op pad want het is nog 5 uur varen om het meer en kanaal af te varen naar de sluizen die ons weer terug zullen brengen naar het zeeniveau aan de kant van de Pacific. We lopen langzaam in op de andere zeilboot die het vlot flankeerde aan de andere kant en we merken dat de boot, een grotere Duitse tweemaster, langzaam versnelt. Onze loods zegt dat de loods op die andere boot een vriend van hem is maar wel eentje die altijd als eerste wil aankomen. We varen al 6.5 knopen maar ik vertrouw onze loods toe dat we eigenlijk best wel wat harder kunnen. Die wil zijn vriend nu wel eens een poepje laten ruiken dus we duwen onze gashendel verder naar voren. We lagen al wat diep in het water omdat zoet water minder drijfvermogen heeft en we zoveel man aan boord hebben, maar nu trekt de schroef de achtersteven nog dieper het water in en het zwemplateau verdwijnt onder water. Maar het lukt, we klokken nu 7.2 knopen wat sneller is dan die andere boot schijnt te kunnen halen en we varen hem voorbij.
Deze kwajongensstreek blijkt later een gunstig gevolg te hebben: bij de andere sluis ligt een middelgrote toeristenboot die sowieso tegen de wand geschut gaat worden en daar mogen twee zeiljachten tegenaan liggen. De gepasseerde zeilboot achter ons zal nu twee uur moeten wachten en wij krijgen een uitermate gemakkelijke sluispassage waarbij we geen enkele lijn hoeven te bedienen. De sfeer is gezellig, iedereen helpt goed mee, ook in de keuken, en met zo'n bemanning zou je altijd wel op stap willen. De allerlaatste sluis is toch wel een beetje spannend omdat er heel veel stroming in de sluis staat en we maar EEN kans hebben om de lijn over te gooien naar de boot naast ons; wordt die gemist dan schuiven we de andere boot voorbij en dan schijnen we volgens onze loods toch echt een probleem te hebben. Gelukkig gaat het goed, Ilona stuurt pal naast de gereedliggende boot, ik heb mijn hand uitgestoken met de lijn klaar erop en op de boot naast ons ontmoet ik een eveneens uitgestoken hand die de lijn overpakt. Een paar snelle slagen om de kikkers, vol gas achteruit, de lijn verder binnenhalen en de achterkant van de boot ligt solide vast. De rest is nu een makkie en gezellig kletsend met onze bemanning en die van de boot naast ons dalen we de laatste 9 meter tot de enorme sluisdeuren zich openen en de Pacific zich voor ons uitstrekt.
De Pacific is een heel andere oceaan dan we tot nu toe hebben gehad. Er heerst hier een koude golfstroom, wat we direct aflezen op onze thermometer die een watertemperatuur van 25 graden aangeeft in plaats van de 30 graden die we inmiddels gewend waren. In de Caribbean was er nauwelijks enige getijdenwerking, maar aan deze kant bedraagt het verschil tussen hoog en laag water maar liefst 5 meter! We ankeren bij de Balboa yacht club om iedereen van boord te laten en de lijnen en autobanden te laten ophalen. Dat ankeren doen we op 6 meter diepte op een plek die opvallend leeg is, we ankeren wat dieper dan we normaal gesproken doen, maar ja, hier hebben ze getijden en het water zal hier wellicht nog wat dalen. Wanneer iedereen van boord is zoeken we nog even precies uit hoe onze getijdentabel werkt en ontdekken we dat we exact tijdens hoogtij hebben geankerd. De waterstand is nu nog maar 3.7 meter, daalt gestaag, en zal eindigen op 1 meter wat betekent dat we op de grond zullen komen te staan! Het is al donker maar we gaan toch maar ankerop en zoeken een andere plek. Nog even wennen dat gedoe met die getijden!
Een dag later verhuizen we naar de ankerplek "Playita Flamengo" waar de omstandigheden een beetje beter zijn. Maar ook hier ligt er niemand puur vanwege de gezelligheid. Wie hier ligt bereidt zich voor op een langdurige oversteek op de Pacific of voor een doorgang door het Panamakanaal de andere kant op. Maar dat laatste is een minderheid, want die kant op is zeiltechnisch niet zo voor de hand liggend. We treffen hier mensen die we al hadden gezien en vlak voor ons door het kanaal gingen en de dagen hierna druppelen er steeds meer bekenden binnen. Er is een plaatselijk marifoonradionetje en de hele dag door hoor je mensen elkaar oproepen om samen te klussen, inkopen te doen, om informatie vragen, enzovoorts. Een en al bedrijvigheid. Hoogtepunt is wanneer de "Inspired Insanity" binnenloopt na een acht maanden onafgebroken verblijf op de oceaan met aan het roer een 55-jarige solozeilster. Het kleine zeilbootje is primitief, heeft niet eens een motor en heeft daarom assistentie nodig van medezeilers om de ankerplaats te bereiken want het is al dagen windstil. De kranige dame heeft acht maanden lang geen medemens gesproken en dat zullen we weten ook: ze is nadrukkelijk aanwezig op het marifoonnetje. Iedere ochtend is er een bijeenkomst op het marifoonnetje en wordt de weersverwachting uitgebreid behandeld door een medezeiler die zich in meteorologie heeft gespecialiseerd. De windstilte zal over een paar dagen plaats maken voor een gestage bries richting de Galapagos en het ziet eruit dat dit het beste weersgat van het hele jaar gaat worden. Vanwege de windstilte en de gestage aanvoer vanuit het Panamakanaal ligt de kleine ankerbaai inmiddels propvol met boten, en nu met het gunstige weer in het vooruitzicht slaat iedereen koortsachtig aan het hamsteren. Overvolle dinghies varen af en aan, de taxichauffeurs doen goede zaken. Favoriet is de Pricemart, een soort Makro groothandel waarvoor je een pasje nodig hebt. Maar veel taxichauffeurs hebben hier speciaal voor hun zeilende klanten zo'n pasje dus het is geen probleem. Je spreekt een prijs af en je huurt de taxi als het ware voor een aantal uren voor zo'n 25 Euro, de chauffeur wil dan ook nog wel helpen om de overvolle taxi uit te laden en de spullen naar de dinghy te brengen. En overvol worden die winkelwagentjes, want iedereen weet dat er op de Pacific weinig te krijgen is en alles -met name drank- peperduur is. De eerstvolgende gelegenheid om uitgebreid te winkelen zal nog lang op zich laten wachten. Niet dat Panama zo fantastisch winkelen is, maar vergeleken met wat we nog gaan krijgen moeten we echt tevreden zijn. We worden goed geholpen met inkopen door Chris, onze Panamese linehandler, want die heeft een eigen bedrijfje dat handelt in groente en fruit dus hij weet er veel van. Wil je zijn hulp (ontzettend aangeraden!!) neem dan contact op via +507 6232-5045 (whatsapp)
Zodra we klaar zijn met inkopen willen we sowieso weg uit Panama city want de ankerbaai is niet zo fraai maar wel duur, althans, om met de dinghy aan te mogen leggen (50 euro per week voor de dinghysteiger en minder dan een week is niet toegestaan). Het afwachten op goed weer en het verder voorbereiden van de boot willen we doen op de eilandengroep Las Perlas, vlak voor de Panamese kust. Omdat het Panamese stel dat voor ons als linehandler fungeerde zo gezellig is en zo goed meehelpt mogen ze van ons meevaren naar Las Perlas. Ze zorgen voor al het eten aan boord en op die manier leren we nog wat meer Panamese gerechten kennen. Het wordt weer reuze gezellig maar na twee dagen moeten we al weer afscheid nemen omdat onze Panamese vrienden weer aan het werk moeten. Zij gaan terug met de veerboot en wij bereiden ons voor op onze eerste meerdaagse overtocht op de Pacific. Het reisdoel is op papier de Markiezen, maar we komen langs de Galapagos-eilanden en we hopen daar toestemming te krijgen om er wat dagen te mogen doorbrengen. Helemaal zeker is het nog niet, maar we kunnen in principe zo doorvaren naar de Markiezen.
Handleiding voor cruisers
Lig je liever in een luxe haven voor maar 50 dollar per dag, in plaats van te ankeren op een rivier waar je 's ochtends voor dag en dauw ruw wordt gewekt door krijsende papagaaien en brullende apen, huur je liever voor het gemak een agent om het hele Panamakanaal-proces voor je te organiseren dan dat je jezelf ermee vermoeit? Dan is deze handleiding niet voor jou. De rest kan beter doorlezen en al met al zo'n 1300 dollar besparen. Zonder agent is niet trager dan met agent; wij waren zelfs eerder door het kanaal dan een stel dat tegelijk met ons aankwam en een agent had ingehuurd!
Deze handleiding is bedoeld als aanvulling op de informatie die je onder andere kunt vinden in de Bauhaus gids en heeft alleen betrekking op het regelen van de formaliteiten, het besparen van geld en het aanwijzen van een veel leuker alternatief als wachtplaats dan de aangewezen haven. We gaan er van uit dat je reeds bekend bent met de praktische gang van zaken in het Panamakanaal.
De naam "Tito" wordt een aantal keer in deze handleiding genoemd. Dit is de plaatselijke ritselaar die overal mannetjes en familieleden heeft zitten en overal raad op weet. Hij spreekt goed Engels, is betrouwbaar en leuk om mee te praten. "Tito" is een begrip, iedereen kent hem, dus je kunt gewoon overal naar "Tito" vragen of verwijzen. Alles is via hem goedkoper, het huren van de autobanden en lijnen, het inklaren, enzovoorts.
- Het is handig om van te voren het formulier 4405-I (www.pancanal.com/eng/op/forms.html) in te vullen en te mailen aan OPTC-ARA@pancanal.com (tip: pdf-bestanden kun je heel handig online invullen en opslaan met behulp van deze website: http://www.pdfescape.com/). Dit formulier is nodig om verder te kunnen met het proces en het kost niets om het alvast in te sturen. Je zit dan in het systeem en eenmaal in Panama kun je dan zo aan de slag.
- Waarschijnlijk ga je vooraf naar San Blas. Ga niet inklaren maar bezoek naar hartelust de eilanden. Het wordt gedoogd om in San Blas rond te varen en aan land te gaan op de eilanden zonder in te klaren, zolang je maar niet het vasteland op gaat. Koop in Narganana een plaatselijke telefoonkaart (Digicel) en zorg dat je kunt internetten, bellen en SMS-en. Bij het Panamakanaal zul je namelijk wat moeten bellen en internetten om alles te regelen. Wil je geld besparen, klaar niet in op Porvenir, dat kost je zo'n 500 dollar, maar wacht tot je in Colon bent. Daar kost het je maar 100 dollar als je de service van "Tito" gebruikt. Helemaal legaal is deze stap overigens niet vermoeden wij...
- Vaar naar Colon, een fijne tussenstop is Isla Linton. Bij nadering van de breakwater roep je op VHF 12 Christobal Signal Station op en kondig je aan dat je op weg bent naar "The Flats" oftewel "Anchorage area F". Eenmaal binnen vaar je direct door naar "The Flats" en gooi je daar je anker uit. Je kunt hier nergens aan land maar hier moet je zijn om opgemeten en geinspecteerd worden door de admeasurer.
- Als je al tevoren wist op welke dag je aankomt, dan kun je het beste zorgen dat je dat via de mail doorgeeft (zelfde mailadres waar je ook dat formulier naartoe stuurde). Een tijdafspraak kun je niet maken en op de dag van het opmeten moet je er al om 7 uur zijn want vanaf dan tot vroeg in de middag is de periode waarin de admeasurers lang worden gebracht met een pilot boot. Wil je op woensdag opgemeten worden, dan moet je dus mailen dat je er dinsdag al bent, of woensdag voor 7 uur arriveert. Veel mensen krijgen geen mail terug maar de admeasurer komt wel. De admeasurer meet het schip op en vult samen met jou de papieren in. Je ondertekent wat formulieren waaronder eentje waarin je verklaart dat jouw boot niet aan de eisen van het Panamakanaal voldoet maar dat je op eigen risico er toch doorheen wilt (dit is een standaardverklaring waar je niet omheen kunt). En je krijgt ook een formulier waarmee je naar de bank kunt om het geld voor de transit te betalen, pas als dat bedrag is betaald dan kan je transit door de scheduler worden ingepland. Noot: van belang is dat je boot minimaal 5 knopen kan! Kun je 4.9, lieg dan. Overdrijf niet de andere kant op, zeg je dat je 7 knopen kunt en in werkelijkheid blijkt dat je maar 6 haalt, dan wordt er waarschijnlijk een (hoog) bedrag van de borg gehaald! Er moet ook een toilet aan boord zijn en een grijswatertank.
- Vaar nu naar "Club Nautico" en gooi daar je anker uit. Bel Tito (+507-64635009) om alvast een afspraak te maken voor de autobanden en lange lijnen (en eventueel het inklaren). Je kunt bij Tito ook alvast informeren naar "line-handlers", maar daar kun je ook gratis aankomen, zie verderop. Als je na passage van het Panamakanaal naar de Galapagos wilt heb je een "fulmination report" nodig, kost normaal 250 dollar, maar bij Tito 50 dollar.
- Rij met een taxi langs de banken en pin het bedrag bij elkaar voor de betaling van het Panamakanaal (dat kan niet bij de bank waar het geld moet worden betaald! Je kunt het wel overschrijven maar dat kost 5 dagen). Wanneer het bedrag compleet is ga je naar de City-bank, daar is een speciaal loket voor het Panamakanaal, en betaal het verlangde bedrag. Je kunt later die dag de scheduler bellen (dat nummer staat op de informatiebrief die je van de admeasurer hebt gekregen) om te horen wanneer je bent ingepland (ze zeggen dat je pas 's avonds mag bellen maar voor de middag weten ze het al en krijg je gewoon antwoord als je belt)
- Je hebt een schipper nodig en vier line-handlers. Vaar je als stel rond dan heb je dus drie aanvullende linehandlers nodig. Nu zijn die vier line-handlers eigenlijk alleen maar in theorie nodig, want je gaat als vlot van meerdere boten door het kanaal, waarbij alleen de buitenste boten linehandlers nodig hebben en dan ook nog maar eens twee stuks, of vastgebonden aan een sleepboot waarbij je ook maar twee linehandlers nodig hebt. Je hoeft dus geen vier "experts" aan boord te hebben. Er is een radionetje op VHF 77 waar je afspraken kunt maken met andere boten om onderling voor elkaar als linehandler te fungeren, je kan ook bij Club Nautico de andere voor anker liggende boten benaderen om te kijken of er wat te regelen valt. Er is ook een website (www.panlinehandler.com) waarop je een advertentie kunt zetten dat je linehandlers zoekt en er is een afdeling waar mensen zich hebben aangemeld als linehandler. Hier zitten mensen op met en zonder ervaring, heb je reeds twee bekwame mensen aan boord die weten hoe ze een lijn vast moeten houden dan hoef je natuurlijk niet perse iemand met ervaring mee te nemen want de kans dat zo iemand in actie moet komen is nagenoeg nihil. Wij hadden door deze website in no time eigenlijk teveel mensen waardoor we hier en daar wat mensen teleur moesten stellen. Het is voor veel mensen een bijzondere ervaring om door het kanaal te gaan en het is helemaal niet vreemd dat iemand het doet zonder hiervoor een financiele vergoeding te krijgen. Zorg wel voor gezelligheid, goed eten en drinken!
- Alles klaar en nu nog wachten op de transitdatum? Ons advies: haal je anker op en vaar naar buiten. Zes mijl naar het zuidwesten ligt de Rio Chagres, een rivier die door het regenwoud loopt. Kijk goed op de kaart voor de ondieptes bij de ingang maar verder is de stilstaande (bedamde) rivier vrij van obstakels en ondieptes. Vaar een stuk naar binnen, gooi je anker uit en wacht tot de apen (met name) 's avonds en 's ochtends te voorschijn komen. Vooral 's ochtends hoor je het gebrul van de apen, het gekrijs van de papagaaien en allerlei andere oerwoudgeluiden. Kijk uit met zwemmen want er wonen ook krokodillen.
- De middag voor je geplande transit ga je terug naar club Nautico. Bel met de scheduler om te horen of je nog steeds staat ingepland. Je haalt de autobanden en lijnen op en prepareert de boot. De volgende dag druppelen als het goed is je linehandlers binnen. Bel nogmaals met de scheduler. Aan het einde van de middag vaar je naar "The Flats" en wacht daar tot de loods arriveert. Succes met je transit!
Besparing zover: 400 dollar aan inklaringskosten, 300 dollar aan agentkosten, 400 dollar aan linehandlers, 200 dollar aan kosten voor het fuminationreport. Totaal 1300 dollar bespaard!