Na een week verbleven te zijn op de prachtige Tobago Cays lichten we het anker en zetten koers naar Bequia. Het traject naar Bequia staat bekend als pittig, want we moeten naar het NoordNoordOosten, terwijl de wind hier gewoonlijk, zoals ook nu het geval is, uit het OostNoordOosten komt. Het is krap aan de wind zeilen en de golven zijn hier steil, hoog en komen van voren. Het varen is spectaculair: de boot ramt met veel geweld door de golven, steigert af en toe tegen de golven om dan met een enorme dreun weer in het water te vallen waarbij het water hoog opspat en over de hele boot spuit. We proberen zo krap mogelijk tegen de wind in te varen maar het lukt net niet om Bequia in een enkele slag te halen. We besluiten om de laatste paar mijl lekker luxe de motor aan te zetten en gewoon recht tegen de wind in Bequia aan te lopen.
Wanneer we de zeilen willen neerlaten komt er een nachtmerrie uit: Het grootzeil wil niet naar beneden! De grootzeilval zit bovenin de mast muurvast. En dat terwijl we, juist om dit te voorkomen, op Tenerife preventief de schijven in de mast hebben laten vervangen en er een dikkere val overheen hebben gelegd! Hoe is dit nu mogelijk?
De forse tegenwind, de steile golven, de tegenstroom en het gehesen zeil maken het moeilijk om vooruit te komen en even denken we dat we nu ook nog een motorprobleem hebben of dat er iets is met de schroef. Frans zet zijn duikbril op en controleert de schroef, daarmee is niets aan de hand en we slepen ook geen groot net mee ofzo. Omdat we zo slecht vooruit komen en omdat het idee te moeten ankeren met gehesen grootzeil -in een baai die bekend staat om erg pittige valwinden- ons niet aanstaat, vinden we dat het grootzeil omlaag moet. We roepen onze vrienden van de TiSento op die eerder deze week al naar Bequia waren vertrokken en die vertellen ons dat er op de ankerplek van Bequia inderdaad veel wind staat en dat het er behoorlijk druk is. Niet echt heel geschikt voor een ankermanouvre met gehesen grootzeil zeg maar.
Het grootzeil moet gewoon naar beneden, goedschiks of kwaadschiks. Ik trek een touw door een van de ogen van de leuvers van het grootzeil en beleg het op een lier. Het zeil lijkt iets naar beneden te komen maar direct daarna hoor ik een scheurend geluid en scheurt het oog uit. Dat moest er nog bijkomen, een scheur in het gloednieuwe zeil! Ilona overweegt om de mast in te gaan en de val door te snijden waardoor het zeil vrij naar beneden kan vallen. De golven zijn onverminderd stijl en hoog, en zomaar de woest heen-en-weer zwiepende mast ingaan is geen optie. Ilona zekeren met behulp van een lus om de mast heen kan ook niet want het zeil zit immers in de weg. We besluiten om Ilona's hijsbroek met een extra lijn vast te maken aan de boomlift van het voorzeil zodat haar positie ten opzichte van de mast toch gefixeerd is. Zo moet het lukken, en gelukkig hoeft het niet zo hoog want het grootzeil is dubbel gereefd. Ik breng de boot op een koers en snelheid waarbij de beweging van de boot het minst heftig is en hijs Ilona in de mast. De operatie slaagt en na enkele halen met het mes valt het grootzeil omlaag. De stabliserende werking van het grootzeil is nu helaas weg waardoor de boot en mast nu veel heftiger heen en weer zwiepen. De hele heldhaftige procedure levert Ilona hierdoor toch wat blauwe plekken op maar in ieder geval is de situatie nu onder controle. Gelukkig gaat het verder goed en ankeren we veilig in de Admirality bay van Bequia.
De volgende dag willen we het probleem onderzoeken en zijn we van plan Ilona de mast in te hijsen gewapend met camera en gereedschap. We willen hiervoor de val van de fok gebruiken maar even later blijkt dat deze nu ineens ook vast zit! Het is niet te geloven maar Ilona moet nu maar omhoog met de spinakerval. Het lukt haar niet om de twee vastgelopen vallen los te krijgen maar ze kan wel foto's maken. Van de grootzeilval blijkt inderdaad dat ons vermoeden klopt dat de lijn van de rol is afgeschoten en klem is komen te zitten naast de rol, maar bij de fokkeval is eigenlijk niets afwijkends te zien. We besluiten dat het beter is om er professionele hulp bij te zoeken omdat het probleem goed opgelost moet gaan worden. Een vastzittende val willen we nooit meer.
Bequia is een leuk eiland. De ankerplaats is gezellig en vormt een kleine op zichzelf staande gemeenschap. Op de marifoon is er iedere ochtend een radionetje waarop nieuwkomers zich mogen voorstellen, de laatste nieuwtjes worden uitgewisseld, het weerbericht wordt gedeeld en plaatselijke dienstverleners hun diensten mogen aanbieden. Wij melden ons niet aan maar luisteren stilletjes mee, want we moeten nog even bedenken wat we van dit groepsgebeuren vinden. Het contrast met de Tobago Cays is groot. Er zijn watertaxi's voor het transport, bedrijfjes die je wasgoed met een bootje op komen halen en later schoon en gestreken weer komen terugbrengen, enzovoorts. We zijn eigenlijk niet zo van het massale en groepsgebeuren, maar ach, het is bijna Kerst en dat is toch dan wel weer een feest dat je niet in je uppie viert. Voor even moeten we dan toch maar een beetje het kuddedier uithangen.
Het dorpje wordt vrolijk versierd maar de kerstsfeer kan ons maar moeilijk bevatten, want in een zinderende hitte op het strand rondhangen is iets dat we nou eenmaal lastig met kerst associeren. In wat hier door moet gaan voor supermarkt staan ze bij 30 graden met Santa Claus mutsen op, het blijft een wat gek gezicht. De rendieren en kunstsneeuw ontbreken hier gelukkig wel, want dat zou echt te bizar zijn. Een aantal boten (vooral Amerikaanse) heeft uitbundige verlichting in de mast gehesen.
We vinden een zeilmaker (Alick) die ons gescheurde grootzeil kan repareren en gelijk ook maar even de kapotte rits van de lazybag van het voorzeil repareert. We zijn zo tevreden over zijn snelle, goede en betaalbare werk dat we hem ook een nieuwe buiskap laten maken. Daar werkt de goede man gewoon tijdens de kerst aan door!
De "rigger", de man die hier het werken in de mast doet, daar zijn we minder tevreden over. Hij krijgt alleen maar de val van het grootzeil los maar het belangrijkste, diagnose en verhelping van het onderliggende probleem, dat laat hij liggen. En de fokkeval daar weet hij al helemaal geen raad mee.
Pech komt nooit alleen. Het waait hier hard in Bequia en vanaf onze ankerplek zijn we afhankelijk van onze dinghy om van de boot naar de kant te komen. Normaal leggen we onze dinghy vast met een touw en een staalkabel met slot, maar omdat we denken een uurtje later weer weg te gaan leggen we de dinghy vast aan onze boot met alleen het touw. Het weggaan gaat echter niet door dus wanneer het donker wordt bedenk ik me dat de dinghy nog met de staalkabel moet worden vastgelegd. Omdat ik nog even met een klusje bezig ben stel ik het een half uurtje uit en dat wordt ons noodlottig... Alles wat ik een half uurtje later vind is een doorgesleten touw en de dinghy is nergens meer te bekennen!
We roepen op de marifoon een watertaxi op en leggen het probleem uit. In het donker varen we in de vermoedelijke richting waarin onze dinghy is afgedreven maar na een uur zoeken moeten we het opgeven. De eigenaresse van de watertaxi hoeft geen geld te hebben maar uiteraard vergoeden we haar meer dan alleen maar de benzine. De plaatselijke kustwacht biedt aan om bij zonsopgang verder te zoeken naar de dinghy, er is kans dat hij terecht is gekomen in een baai een paar mijl verderop. Helaas blijkt ook deze zoektocht niets op te leveren waarbij de dinghy plus buitenboordmotor officieel als verloren beschouwd moet worden. Op het radionetje wordt het verlies van de dinghy besproken maar ook hier is er niemand die onze dinghy heeft gezien...
Nou hadden we toevallig met onze zeilmaker Alick afgesproken dat hij ook een nieuwe buiskap zou maken, maar daarvoor moest hij een aantal keer komen meten en passen. En onze ankerplek was wat hem betrof te ver weg, dus mochten we aan zijn mooring komen liggen. Die mooring ligt helemaal vooraan bij het dorpje dus dat kwam goed uit. Alleen zijn eigen zeilboot ligt er nog aan, maar volgens Alick kunnen er best twee boten tegelijk aan een mooring. En dat blijkt prima te gaan! Zo hoeven we niet meer zo ver te zwemmen om naar de kant te gaan!
Bas en Agnes van de TiSento hebben heel lief een reservedinghy zonder motor voor ons te leen. Nu hoeven we niet eens meer te zwemmen maar kunnen we roeien!
Tot onze verrassing komen we ook bekenden tegen: De jongens van de Zeebink ("Hee, we dachten dat jullie ergens anders heengingen!") en de Canadese familie waarmee we zo leuk op het strand op Tobago Cays hebben gekletst is ook op Bequia aangekomen. De Canadezen stellen voor om kerstavond samen te vieren. Dat lijkt ons leuk en we gaan op het voorstel in waarna we een heel leuk etentje op hun catamaran hebben. In de meeste landen is kerstavond DE avond van het kerstdiner, eerste Kerstdag is niet zo belangrijk en tweede Kerstdag kennen ze bijna nergens.
Steelband Bequia
©
Frans Veldman BequiaHet feestje is bijna afgelopen en de meeste mensen zijn al naar huis maar het was gezellig druk. Let op de dansvloer, deze is van zand.
Na afloop van het kerstdiner laten we ons afzetten op het strand om naar de steiger van onze leendinghy te lopen. Onderweg komen we nog bij het restaurant van de haven terecht, waar het kerstdiner inmiddels is afgelopen maar een steelband nog lekker bezig is om op Caribische wijze muziek te maken. Daar leren we Melike en Nejat (SY North) kennen, een Turks stel waar we gelijk een klik mee hebben. Het feestje is afgelopen maar een lokale jongen zegt dat we met hem mee kunnen lopen; verderop in het dorp is er een leuk feest op straat. Hij heeft gelijk, er wordt leuke muziek gedraaid. Het is druk met vooral lokale bevolking maar ook een paar toeristen. De straten zijn lang genoeg en geven goed de ruimte, iedereen danst en heeft plezier. Het wordt laat, en de volgende dag, eerste Kerstdag, brengen we door op het strand en aan het einde van de dag gaan we met Nejat en Melike eten in een plaatselijk restaurant.
Na de kerst moeten we wachten tot onze nieuwe buiskap klaar is en ondertussen beraden we ons op de te nemen stappen. In Bequia hebben ze geen dinghies te koop, is er niemand die de mast kan repareren, kortom we hebben hier niets meer te zoeken. De dichtstbijzijnde plek waar echt goede faciliteiten zijn is op het eiland Martinique, 100 mijl meer naar het noorden. Teveel om in een daglichtperiode te varen, maar St. Lucia ligt redelijk in het midden en is op 60 mijl afstand net haalbaar als we flink doorvaren.
Toevallig gaan Melike en Nejat ook naar St. Lucia dus we besluiten tegelijk te vertrekken. Nou ja, wij een uurtje eerder want zij hebben een sneller boot dan wij. Maar dat zul je net zien, precies als wij willen vertrekken krijgen we een tropische regenbui over ons heen met veel windvlagen (terwijl we krap tussen veel andere boten liggen die nu alle kanten op waaien) en lekt er bij de keerkoppeling ergens olie wat we natuurlijk ook eerst willen onderzoeken. Dat laatste is wel weer sterk: Om olieverlies te kunnen detecteren had ik een oliedruksensor ingebouwd, maar nu blijkt deze gloednieuwe oliedruksensor zelf olie te lekken! Gelukkig had ik het oorspronkelijke blinde plugje nog dus nu was het exit oliedruksensor en het plugje er weer voor in de plaats en het probleem was verholpen.
Uiteindelijk hebben we een uur vertraging en vertrekken we toch gelijktijdig met Melike en Nejat op weg naar St. Lucia.