We hebben nog een paar honderd mijl te gaan, we zijn er bijna dus! Nu ik dit schrijf en me bedenk dat we er echt bijna zijn, voel ik de vlinders in mijn buik! Wat hebben we hier naartoe geleefd zeg! Dit stukje dat we nu bijna mee gaan maken; aankomst in de Markiezen na een maand op zee. Dat is op de een of andere manier hetgeen waar we ons van de hele reis het meest beeldend iets bij voor hebben gesteld en ook het meest naartoe hebben geleefd. Komt dat door de boeken die we lazen die unaniem de verrukking beschreven van DAT moment? Of komt het niet alleen door dat moment maar door de Markiezeneilanden zelf die zo mooi worden beschreven dat je alleen al voor deze eilanden die hele overtocht zou willen maken? Met hun paradijselijk groen begroeide bergwanden, spetterende watervallen (1 van de hoogste van de wereld zelfs), betoverende rivieren en uitzichtpunten en hun uiterst vriendelijke bevolking die uitblinkt met hun mooie zang. Of komt het door de realisatie dat bijna 4000 zeemijl echt heel erg ver is met een bootje van elf en een halve meter? Ik schrijf dit tijdens mijn nachtwacht, met op het typen van deze zin nog precies 314 mijl te gaan. De wind stelt ons geduld weer eens op de proef en laat het vrijwel afweten waardoor we met een luttele 2.9 knopen richting het paradijs dobberen. Tegenstrijdige gevoelens: er willen zijn en het moment van het hier en nu vast willen houden. Terwijl ik dit typ tijdens mijn nachtwacht is het uiterst aangenaam; er reist een lief klein vogeltje met ons mee, ik denk dat het een storm petrel is. Hij is uitgeput en protesteerde niet toen ik hem oppakte en op een veilige plek zette. Het is onbewolkt, de sterren fonkelen aan de inktzwarte en maanloze hemel en een warm zuchtje wind streelt mijn gezicht. Omweg's rustig wiegende bewegingen zijn prettig en dit zijn ze op deze reis vaak geweest. We hebben ervan genoten, van de reis, het avontuur, de spanning, het eindeloze vergezicht, van de serene rust en van elkaar.
Een maand is best een lange tijd, twaalfmaal een maand is een jaar. Toch is onze maand op zee voor ons gevoel voorbij gevlogen. Zou de tijd sneller gaan naarmate je je langzamer voortbeweegt? Dat zou best kunnen, het schijnt dat voor kinderen de tijd heel langzaam gaat omdat zij zoveel nieuwe indrukken te verwerken hebben. Een week naar school op de lagere school duurde een eeuwigheid en de lesuren kropen voorbij (weet je nog??)... Voor ouderen gaat de tijd daarentegen steeds sneller, volgens een hersenonderzoeker omdat ze veel minder nieuwe indrukken te verwerken krijgen. In deze trage maand op zee ging alles goed en hebben we nauwelijks iets te verwerken gehad, onze zintuigen en hersenen zijn niet noemenswaardig geprikkeld terwijl we ons toch totaal niet verveelden en misschien is het daardoor wel voorbij gevlogen. Het was zaterdag en de volgende dag was het alweer zaterdag, zo voelde het. We schrijven elke dag in ons logboek, daardoor weten hoe de dag wordt genoemd en we denken dan aan thuis; wat gebeurt daar op dit moment?
We hebben nog steeds onze horloges om. Niet omdat we het zo belangrijk vinden om te kijken hoe laat het is of dat we verwachten een berichtje te krijgen op deze smartwatches, maar omdat ze zo handig zijn om een alarm in te zetten. Je besef van tijd verdwijnt in een maanloze nacht volledig en je wilt wel met regelmaat kijken of alles nog goed gaat en we nergens tegenaan zullen botsen. Vorig jaar is er een boot gezonken op dit traject, het kan misgaan, al voelt dat helemaal niet zo... De mensen zijn gered trouwens, doordat ze via de radio contact opnamen via het dagelijkse radionetje.
Zo ontspannen en uitgerust we ons nu voelen, zo gestrest en moe waren we voordat we aan de reis begonnen. Nou ja, gestrest is misschien een te groot woord maar het was wel zo dat er van alles door ons hoofd ging en we veel hebben moeten doen om alles in orde te krijgen. Een maand op zee is niet niets, daarna acht maanden in een gebied waar vrijwel niets te krijgen is, internet niet vanzelfsprekend is en waar je zelfredzaam moet zijn, vergt een goede voorbereiding en brengt het nodige werk met zich mee.
Provianderen
Een maand geleden: we liggen na het doorkruisen van het Panamakanaal met zijn enorme sluizen, een week aan de Pacific-kant van Panama in Flamenco La Playita. Het is een grote ankerplaats waar tientallen mensen liggen die verder gaan. De meesten gaan rond deze tijd de Pacific oversteken richting de Markiezen (wel of niet met een tussenstop in de Galapagos) en een kleiner deel verspreidt zich in andere richtingen. Mooi kun je de ankerplaats niet noemen en het water is echt smerig. Niemand zwemt naast de boot en, dat is opvallend, iedereen is druk druk druk. Er heerst een heel andere sfeer dan op andere plaatsen. Niemand is hier in eerste plaats voor zijn lol, iedereen heeft een missie en die luidt: boot voorbereiden op een grote oversteek, eventuele problemen oplossen, pakketten ontvangen en vooral: inkopen doen! Panama is niet duur vergeleken de Carieb terwijl de Pacific berucht is om zijn hoge prijzen voor luxeartikelen en drank, en laten cruisers nou net allemaal houden van die gezellige sundowner... Dat betekent dus dat je groot inslaat en het is heel grappig om alle volgeladen dinghy's heen-en-weer te zien varen. Voor iemand die ons vanuit de lucht bekijkt, lijken we waarschijnlijk net ijverige mieren. Alleen wat minder georganiseerd wellicht.
Inkopen doen gaat zo: dinghy in en scheuren (er zwemt immers toch niemand in dit vieze water) naar de overvolle dinghydock bij La Playita. De steiger is veel te klein in dit hoofdseizoen. De dinghy's liggen soms drie a vier rijen diep. Dat betekent dus lange lijnen gebruiken en via twee of drie andere bootjes de kant op klauteren. De volgende dag heb je hier natuurlijk van geleerd en ga je heel slim vroeg weg. Met als gevolg dat instappen inderdaad lekker gemakkelijk ging maar je er een helskarwei aan hebt om de andere dinghy's aan de kant te duwen voordat je weg kunt varen!
Dan loop je via de brug omhoog. Als je geluk hebt, is het hoog water en hoef je maar iets van 5 meter omhoog. Heb je pech (het is heet hier!) dan is het laag water en komt er dik 5 meter bij door het getijdenverschil. Boven aangekomen op het vaste land komen er taxichauffeurs naar je toegelopen. Onderhandelen over de prijs (die hier veel hoger ligt dan in Colon) en hupsakee, de winkels af en volladen maar. Het is een tijdrovende bezigheid, ook omdat het verkeer verschrikkelijk is in Panama city. Afgepeigerd kom je dan terug, de kofferbak vol uit de taxi laden en snel proberen een kruiwagen te grissen om die hele berg zware boodschappen naar de dinghy te transporteren! De kruiwagens zijn schaars, er zijn er maar twee en ze zijn immens populair onder de cruisers dus iedereen doet zijn best de eerste te zijn, ondertussen toch pogend beleefd te blijven lijken tegenover de medecruiser. Schijn bedriegt ;-) Dan komt het proces van spullen inladen in de kruiwagen, die veel en veel te klein is helaas maar waar iedereen desondanks toch zo blij mee is. Dat komt doordat alle cruisers een ridicuul aandeel aan spullen in glas en blik kopen (zowel om te eten als om te drinken!) en de boodschappen zijn dus zwaar.
Als je de heenweg geluk had, heb je nu pech en moet je een heel steil lopende (brede) loopplank af, zo'n 10 meter naar beneden. Meermaals heen en weer met die kruiwagen. Het zweet loopt in straaltjes van je af maar het resultaat mag er zijn: na flink werken is de boodschappenberg verplaatst naar de dinghydock en mag de andere cruiser eindelijk de kruiwagen gebruiken. Dan komt het proces van de spullen in de dinghy doen, dat is ook een hoop gewiebel, gesjouw en gedoe en daarna wil je proberen om droog aan te komen op de boot met een dinghy die veel te zwaar beladen is en die op vlak water al bijna zinkt. Eenmaal uit de beschutting van de haven, op de ankerplaats, wordt het helemaal spannend want daar varen geregeld boten die hoge golven maken. De tactiek is dan om zo te sturen dat je er schuin tegenop gaat en dan net op het goede moment een flinke dot gas te geven zodat de neus iets meer uit het water komt. Iets verkeerd doen betekent een laag vies en zout water over de neus of zijkant van de dinghy en verzopen boodschappen. Ik heb op zulke momenten echt wel medelijden met mensen met een heel licht buitenboordmotortje en een dinghy zonder harde bodem want die krijgen vrijwel iedere keer een plons water in hun boot! Uitladen is ook weer een heel proces op zichzelf en wordt vooral spannend als het lekker hard waait en alle boten wild heen en weer liggen te bokken aan hun ankerketting want erg beschut is deze ankerplaats niet. Zo is het overhandigen van zware spullen best wel een uitdaging en ja, we hebben weleens wat laten vallen. We kunnen je vertellen dat een sixpack bier gelukkig drijft :-D
Als de stapel dan is verplaatst naar de kuip van de boot, komt de laatste stap en dat is om alles in een kleine boot op te bergen. Wat mis je dan de grote royale kasten van thuis! En dan te bedenken dat je thuis nooit zo belachelijk veel inkoopt! Het is puzzelen, meten, verplaatsen, goed bedenken waar je wat wilt, gewicht verdelen, voorraadlijsten bijwerken en wonder boven wonder lukt het altijd om het -tegen de verwachting in- weer een goede plek te geven. Nou hebben wij op Omweg ook echt veel opslagcapaciteit doordat we een deksalon hebben (salon is verhoogd, eronder is plaats voor tig grote kratten zodat de ruimte goed wordt benut). Na een hoop gepuzzel, gezweet en met rode wangen ben je dan klaar. Voor nu. Dit herhaalt zich driemaal voordat we vinden dat we wel genoeg hebben, ook als we op een of ander paradijs belanden waar we lange tijd niet meer weg willen en waar geen winkels zijn..
Bij het inkopen doen letten we heel erg op de verpakkingen. Iets met een niet-herbruikbare en wel grote verpakking, nemen we niet mee. We kiezen thee op zijn verpakking, het liefste geen envelop en als dat niet kan, een papieren envelop, de thee met plastic enveloppen laten we staan. Plastic kunnen we niet in de zee gooien, dat schaadt. Niet alleen komt het in de voedselketen als het versnipperd klein is geworden, ook eten schildpadden het -in de veronderstelling dat het een kwal is-. Bij autopsie van een grote dode schildpad, werden vele plastic zakjes gevonden die hij opgegeten had... De plekken waar we komen hebben geen zakken met 'Drents Plastic Afval', het wordt niet gerecycled. Het vergaat niet en bovendien is het schadelijk bij verbranding (cruisers verbranden hun afval in afgelegen plaatsen zelf bij gezellige kampvuren zodat de eilandjes niet met hun troep op worden gescheept). Plastic is dus echt iets dat we zoveel mogelijk proberen te reduceren. Veel producten vallen daardoor af! Glazen potten hergebruiken we zelf en die we niet hergebruiken gooien we in de diepe zee. Er gaat een dier daar ergens beneden heel erg blij zijn met zijn mooie nieuwe beschermende holletje en uiteindelijk verandert glas weer terug in het zand waarmee het oorspronkelijk is gemaakt. Blik gaat ook overboord in de diepe zee, daar gaat eerst een dier in wonen en daarna valt het door corrosie uit elkaar. Betere manieren zijn er lang niet in alle delen van de wereld voorhanden.
Een van de keren gaan we gezellig met Chris, onze linehandler, op pad om boodschappen te doen. Hij is zo lief om ons mee te willen nemen dat is super gezellig en heel handig omdat hij weet wat je goed waar kunt kopen. Erg waardevol is de 'Producemarket'; een dagelijkse groentemarkt met absurde hoeveelheden groente en fruit. Een cruisersparadijs! WAUW, het is lang geleden dat we zoveel groente en fruit hebben gezien. Ehm, eigenlijk is het de eerste keer in mijn leven dat ik zoveel zie. Hele straten (waar ook echt auto's tussendoor rijden) met ananassen. Straten met tomaten, straten met sinaasappelen, straten met mango's, straten met noem het maar op, het is er en er is veel. En, het is goedkoop! Ik voel me helemaal vrolijk door al die keus en schaam me als ik mezelf erop betrap dat ik in mijn handen klap van enthousiasme. Voordat we er naartoe gingen had Chris ons gewaarschuwd dat het er vies, stinkend en druk is. Dat is ook wel zo maar dat mag de pret beslist niet drukken. We struinen de straten af en moesten Chris beloven dat we niet gelijk zouden kopen. Hij is de auto op een strategische plek in het midden aan het parkeren en komt straks weer bij ons. Hij zegt dat hij waarschijnlijk een betere prijs krijgt dan wij. We kopen veel en brengen het telkens naar de auto als het te zwaar wordt. De kosten zijn echt een lachertje. Tot je bedenkt dat die mensen daar dus voor werken. Dag in dag uit hier op de markt staan en een schijntje verdienen. En de boeren voor nog weer minder moeten werken en leveren. En de rest van het leven in Panama is helemaal niet zo goedkoop, ook andere boodschappen niet.... De verhouding is behoorlijk scheef en ik ben niet van plan af te dingen en Chris doet dat gelukkig ook niet.
Nu heb ik het voor elkaar gekregen om ongelooflijk veel tekens te besteden aan het doen van zoiets oninteressants als boodschappen doen. Iets wat wij thuis altijd even doen en wat nooit een big thing is, is nu ineens een dagvullend programma en kost al met al drie hele dagen. Maar hierna hoeven we de aankomende acht maanden alleen maar wat groente en fruit te kopen en verder vrijwel niets meer, op wat meel en dergelijke na :-)
Voorbereidingen
Het is tijd om de laatste klusjes aan de boot te doen, we maken haar tip top in orde om de kans op narigheid onderweg te minimaliseren. Ook schrijven we de blog over het Panamakanaal nog gauw terwijl we nog in Panama zijn en we voeren zoveel mogelijk betalingen uit zodat we geen aanmaningen zullen krijgen als we ergens onbereikbaar op de Pacific zitten. Voor het bedrijf doen we bestellingen, maken we de BTW-aangifte af en proberen we te bedenken of we aan alles hebben gedacht. Voor de reis downloaden we nog gauw zoveel mogelijk informatie en dingen die ons nog te binnen schieten. 'Straks hebben we geen internet meer!'
We lezen ons ook opnieuw in over de regels in de Galapagos en schrijven diverse agenten aan. We willen naar de Galapagos maar de regels zijn niet eenduidig en de info over wat de kosten zullen zijn ook niet. Er gaan op de ankerplaats vele verhalen rond van cruisers die daar momenteel zitten en vooraf al een fors bedrag betaalden en bij aankomst nog een onverwachts bedrag van 900 euro extra moesten betalen. Van de 5 agenten die we aanschrijven, krijgen we van allen een ander antwoord! Iedereen op de ankerplaats heeft andere info over de Galapagos. Het is echt ongelooflijk, niemand weet wat nou waar is en wat niet. Het zou ook zomaar kunnen dat het voor iedereen anders is en dat het van de agent en diens 'connecties' afhangt. Meer dan de helft van de mensen die we spreken vaart de Galapagos bij voorbaat voorbij en zet koers naar de Markiezen vanaf Panama. We lezen dat er vrij recent nog mensen op de bonnefooi naar de Galapagos zijn gegaan en de 'Autografo' ter plaatse hebben gekocht, wij besluiten dit ook te doen en kiezen voor Isabella omdat dit volgens vrienden het mooiste eiland is.
Het is druk en chaotisch in ons hoofd en we zijn nog lang niet klaar klaar klaar maar 's ochtends op het plaatselijke radionetje komt het nieuws ons ter ore van de plaatselijke weergoeroe: er komt een goed weersgat aan, “gaan met die banaan” zegt die! Het zou weleens het laatste goede moment kunnen zijn dit jaar!!! De wind waait hier doorgaans de verkeerde kant op en wat verder naar het zuiden bevinden zich de doldrums, gebieden zonder wind. Maar nu komt er een stevige wind naar het zuidwesten "all the way to the Galapagos" roept de weerguru enthousiast. Oeffff 'maar'. Niks te maarren, kijken wat we zelf van het weer vinden (lijkt inderdaad goed te worden) en ehm ja nou dan dus inderdaad maar gaan met die banaan! Nog niet klaar voor ons gevoel. Maar -eerlijk is eerlijk- eigenlijk zijn we nooit klaar voor ons gevoel en eigenlijk waren we dat dan achteraf wel. We kunnen ons heel druk maken om alle belangrijke dingen die we nog willen maar als we er even voor gaan zitten en op papier zetten wat we echt beslist willen en wat eigenlijk niet de prioriteit heeft, blijkt dat we dat kunnen indelen en kunnen gaan. Het betekent wel de laatste dagen flink weinig slaap; tot laat op om computerwerk te doen.
Las Perlas
Omdat het reuzeleuk klikt met onze linehandlers Chris en Solange en zij nog nooit in Islas de Las Perlas zijn geweest, spreken we af dat ze met ons meevaren daar naartoe en de ferry terug nemen. De Perlas eilanden liggen op de route en we hoeven dan maar 1 dag later dan de geadviseerde datum te vertrekken.
Chris en Sol komen 's avonds tegen middernacht bij ons. Eerder kon niet, een uur ervoor hebben we de BTW-aangiftes nog volledig afgehandeld en nog snel snel snel belangrijke dingen gedaan. We zijn blij dat ze er zijn, het is een goede reden om te stoppen met regelen en weer eens te gaan genieten en ons rustig voor te bereiden op de volgende etappe. Er is nog geen wind maar Chris heeft -behalve een tas vol lekkers en 200(!) sinaasappelen, een jerrycan diesel meegenomen. Onze motor gebruikt op idle/1000 rpm 1 liter per uur en daarmee gaan we in rustige omstandigheden 4 knopen, dat is niet slecht! We motoren in de bladstille nacht met een rustige 1000 toeren naar de Las Perlas zodat we daar niet voordat het licht wordt arriveren. Vertrekken uit de stad, via een betonde en verlichte vaargeul is 1, maar in het donker aankomen op een onbekende plek doen we niet, zeker niet op de Perlas eilanden met al hun harde koraal.
Het is prachtig 's nachts, dolfijnen geven een spectaculaire lichtshow; ze trekken oplichtende tunnels door het gladde water en duikelen langs de boot. Tegen de ochtend vormt zich een halfdoorlatende mistlaag, het water is spiegelglad en de zon geeft het geheel een betoverend effect. Een mooi cadeau aan ons bezoek dat gefascineerd en met sprankelende ogen staat te genieten!
In de ochtend snorkelen we bij een onbewoond eilandje. Helaas valt de helderheid van het water hier op dit moment nogal tegen, we zien niet veel. Jammer maar het mag de pret niet drukken. Chris is vastberaden een vis te vangen maar ik heb toch maar pizzadeeg klaargemaakt 'voor het geval dat'. Mocht er toch een vis worden gevangen, kunnen we van het deeg brood maken en anders hebben we lekker pizza. De vissen willen niet bijten dus je raadt al wat we 's avonds eten, nog steeds met Mariska's overheerlijke olijfolie met oregano :-) Sol en Chris vertrekken de volgende dag helaas alweer naar Panama, ze gaan vanaf Isla Contadora met de ferry naar huis maar eerst hebben we nog een gezellige middag op een prachtig afgelegen strand op dit eiland. Als onze vrienden weg zijn, voelt dat leeg aan maar tijd om te treuren hebben we niet; we maken ons klaar om de volgende ochtend vroeg te vertrekken naar de Galapagos. Een oversteek van 900 zeemijl.
Evenaar
We genieten van de oversteek. Het is over het algemeen lekker zeilen over een rustige zee. De wind is wel zo licht dat we uiteindelijk maar liefst 12 dagen doen over 900 mijl, dat is erg lang maar indien je de motor niet gebruikt kun je dit vaak verwachten op dit traject omdat er in dit gebied vaak nauwelijks wind staat. Het mag de pret niet drukken want we vinden het leuk om op het water te zijn en nemen de waardeloze dagafstanden voor lief zonder de serene rust met de motor te bederven, de motor zetten we slechts eenmaal aan wanneer we een halve dag een tegenwind van een paar knopen hebben. Dat is te weinig om mee te zeilen en de verkeerde kant op dobberen gaat zelfs ons net iets te ver.
Frans, wakker worden! Ik roep Frans omdat we over een uur de evenaar over zullen steken en daarvoor hebben we nog het een en ander voor te bereiden. Een van de speciale momenten aan de oversteek naar de Galapagos is dat je de evenaar overvaart. Een zeilersgeloof is dat je dan Neptunus een offer moet brengen zodat deze God van de zee je goed gezind blijft. Het is een traditie om dit 'gepast gekleed' te doen. Ik ben tijdens Frans zijn middagdutje al bezig geweest met het maken van een kroon en het wordt tijd dat Frans ook iets maakt. Frans zit met een slaperig hoofd naar mijn creatie te kijken, zich ondertussen afvragend wat hij zelf zal doen, erg enthousiast is hij nog niet “dat van jou is leuk genoeg, ik hoef niks”. “Behalve een offer geven, gaan we het natuurlijk ook vieren door zelf een wijntje te drinken” zeg ik, in een poging om tot het slaperige hoofd door te dringen. Het lukt fantastisch, haha hij kijkt gelijk alert en wakker en begint rond te kijken wat hij kan gebruiken als spul voor zijn creatie.
Even later is het zover; heel langzaam glijden we over het volkomen vlakke water met een slakkengang en vergezeld van een mooie zonsondergang en een meeliftende Jan-Van-Gent op de boeg van Omweg, zien we de latitude veranderen van de vertrouwde N van North in de S van South. We zijn de evenaar overgevaren en voor het eerst van ons leven op de zuidelijke helft van de planeet!!!! WIJ, als nono's zonder zeilervaring varen hier met ons eigen bootje de evenaar over! Momo, onze beschermmuis die Frans zijn dochter zo lief voor ons gemaakt heeft, Frans en ik geven alle drie een offer. Voor Momo de muis is dit een stuk kaas, voor Frans een blikje bier en voor mij een glas Sangria. Je moet er wat voor over hebben! We zijn in een opperbeste stemming en maken er een groots feest van en drinken ook nog zomaar een liter wijn op. Oeps.
Het oversteken van de evenaar heeft als consequentie dat het nu abrupt geen lente meer is maar plotseling herfst is geworden. We slaan de zomer dit jaar dus over, maar ik denk niet dat we haar zullen missen. De dagen, die hier al kort zijn, worden nu iedere dag weer korter, want de zon gaat iedere dag steeds verder naar het Noorden en komt daarmee steeds lager voor ons over.
Het oversteken van de evenaar verandert ook de regels van het weer omdat de aarde de lage- en hogedrukgebieden nu andersom laat draaien. En de zon draait via het Noorden. Dat is raar voor ons Noordelingen en we zullen hier later nog vaak onbewust gedesorienteerd door zijn en heel erg het gevoel hebben dat het zuiden 'daar' is. Het is echt raar om de zon in het Noorden te zien!
Galapagos
Na een relaxte oversteek komen we aan op Isla Isabella. We hebben alles gedaan wat agenten en andere cruisers adviseerden en we komen aan met een onderwaterschip dat spik en span is. Hiervoor hebben we 40 mijl uit de kust een paar uur lang op de volle zee met behoorlijke golfslag alle aangroei die er tijdens de reis op is gekomen met een plamuurmes van de boot afgeschraapt. Ze inspecteren namelijk de boten met behulp van duikers, een 'service' waar je uiteraard zelf voor moet betalen. Ook hebben we de boot van binnen goed opgeruimd en schoongemaakt, dat is nodig voor inspectie, ons verplichte Fumigation rapport ligt klaar en alle verplichte bordjes als 'gooi geen afval overboord' hangen braaf op de aangewezen plekken. Helaas komt het niet tot een inspectie. De regels zijn sinds dit jaar aangepast, de agent via wie je op Isabella in kon klaren is vervangen door iemand anders. Die iemand anders is aardig maar heeft niets te vertellen. Hij laat ons weten dat we geen kans hebben om zo binnen te komen, we zijn de zoveelste dit jaar. Het beste kunnen we snel onze AIS uitzetten en stilletjes snaar San Christobal terugvaren (dat is 24 uur, tegen wind en stroming in). Daar maken we een kans. Oh en de kosten zijn 1700 euro voor twee personen en een schip met de afmetingen en gewicht van Omweg.
Oef 1700 euro, oef terugvaren tegen wind en stroming, oef 'kans' maken in plaats van zekerheid. We besluiten het niet te doen en toch naar de Port Captain te gaan om toestemming te vragen. Helaas, deze indrukwekkend geuniformeerde man is beleefd maar zegt inderdaad dat het niet mag en lijkt nogal ontzet te zijn dat we 'zomaar' aan land zijn gekomen. We moeten uiterlijk morgenochtend om zes uur verdwenen zijn. Daar ga ik (Ilona) tegenin omdat we langs riffen moeten slalommen en die zie je niet goed om zes uur 's ochtends! De Port Captain is gevoelig voor mijn woordje 'dangerous' en we mogen tot elf uur blijven en dat is heel bijzonder -zo horen we later van andere cruisers-. We worden onder militaire begeleiding naar Omweg teruggebracht en het is ons verboden om voet aan land te zetten. Inkopen doen, groente en fruit halen, bijtanken, het mag allemaal niet. Gelukkig hebben we nauwelijks diesel gebruikt en dus nog voldoende op voorraad. Op de ankerplaats komen we in contact met andere cruisers en we worden uitgenodigd voor een feestje die avond op een grote catamaran.
We horen dat mensen die vanaf hun boot gingen snorkelen direct door de politie werden aangesproken dat dit niet mag en dat je eerst een touroperator moet inhuren om te mogen snorkelen. Stel je voor dat je ergens van geniet zonder daarvoor een bedag neer te tellen. Het regiem schijnt echt absurd streng te zijn en we horen dat mensen die naar de Galapagos uitweken vanwege een ernstige infectie wel een dokter mochten bezoeken maar direct de volgende dag weer moesten vertrekken zonder te mogen afwachten of de antibiotica wel aansloeg. En dat op een plek waar je als toerist wordt leeggeplukt en ze schaamteloos meer dan duizend Euro vragen om aan land te mogen komen. De andere cruisers verzekeren ons dat de autoriteiten nu met verrekijkers zitten te loeren om te zien of wij niet stiekum het water ingaan of aan land gaan proberen te komen. Dat vernemende besluiten we dat het tijd is voor een passend gebaar: in plaats van de gastenvlag hijsen we nu de piratenvlag die we op onze boot hebben gevonden en we gaan gewoon naar het feestje op de Canadese catamaran. We kennen de regels niet helemaal maar het lijkt ons dat Equador niet zo gek veel kan doen tegen het overstappen van Nederlanders naar een Canadees schip zonder daarbij aan land te komen.
Het feestje blijkt enorm gezellig te zijn en het is prachtig dat we nu mensen hebben leren kennen die ook de grote oversteek zullen gaan maken. De meesten vertrekken een of twee dagen na ons en hiermee hebben we veel geluk. Iedereen is erg behulpzaam en komt de volgende ochtend aanzetten met groente en fruit. Erg lief en we waarderen het zeer! Ondertussen genieten we van ons ene (gratis) dagdeel op de Galapagos. Tijdens het de baai in varen zagen we al een prachtige grote Manta rog gracieus zijn vleugels 1 voor 1 uit het water tillen. We zwemmen op de ankerplaats naast de boot met een zeeleeuw, een haai en een grote reuzenschildpad en terwijl we op het dek zitten te ontbijten komt er een pinguin voorbij gezwommen! Het lijkt wel een dierentuin en het gedrag van de autoriteiten doet me denken aan het gedrag van de dierentuinbeheerders in Nederland die in je tasje willen kijken of je niet stiekum een boterhammetje met kaas meeneemt omdat ze ook nog wat geld willen binnenharken middels hun overdreven dure kraampjes. Omdat we goed uitgerust aan zijn gekomen en hebben genoten van de oversteek die al bijna twee weken duurde, vinden we het niet erg om weer verder te gaan en vol goede moed beginnen we met de oversteek die 3000 zeemijl lang is; we zetten koers naar de Markiezen.
Blog
Dagelijks schrijven we een berichtje tijdens een oversteek. Mocht je deze gemist hebben, je kunt ze terugvinden in de timeline en op de wereldkaart. In detail ga ik hier niet in op de reis maar globaal kunnen we zeggen dat het een erg fijne reis was. Dagelijks hadden we 's ochtends radiocontact met de andere boten die onderweg zijn en het is leuk (en nuttig) om de posities bij te houden. Er zijn periodes met lekker veel wind en periodes met nauwelijks wind en we gaan tweemaal zwemmen. Blijft een raar idee, zo met die kilometers diepe zee onder je....! Er reizen meermaals vogels met ons mee en wij genieten van hun aanwezigheid, elkaar, de mooie zonsondergangen en -opkomsten, de glitter en glamour in het water, de fonkelende sterren en zeker ook van het besef met iets bijzonders bezig te zijn. De tijd vliegt voorbij en voordat we het weten is het nu en zijn we er bijna! Terwijl ik dit typ hebben we nog 34 mijl te gaan. Nog geen land in zicht, een ruige zee en ik heb moeite om te blijven zitten en deze blog te schrijven maar als het af is voordat we er zijn, kunnen jullie zo snel en 'realtime' mogelijk het verhaal lezen en kunnen wij de Markiezen verkennen. Man wat hebben we daar zin in! Onze kuitspieren zijn slappe zakjes geworden, wandelen moeten we, klimmend en klauterend de woeste natuur verkennen!
Varen op de Pacific
In ons geval deed de Pacific haar naam eer aan: er heerste de hele tijd een serene rust over het water. De weersomstandigheden waren uitermate voorspelbaar; we haalden trouw iedere dag een verse gribfile op maar vanaf de Galapagos konden we net zo goed een exemplaar van een week geleden gebruiken. Iedere dag braaf alle windvaantjes vanuit OostZuidOost, duizenden mijlen lang, met bijna altijd tussen de 10 tot 15 knopen wind. Een hele rustige zee, varierend van plat water tot een rustige zeedeining met een enorme afstand tussen de golftoppen van soms wel honderd meter of meer. Heel langzaam werden we dan ingehaald door een golf en rezen dan heel langzaam en onmerkbaar mee omhoog, om er daarna even langzaam aan de andere kant weer af te glijden. In de nacht kregen we helaas wel te maken met squalls, dat zijn tropische regenbuien die heel snel ontstaan en maar kort duren maar wel veel wind kunnen bevatten. De squalls die wij meemaakten waren doorgaans heel goedaardig maar hadden wel tot gevolg dat we 's nachts preventief met een erg conservatieve en dus langzame zeilvoering vaarden. Vaak zeilden we overdag met de Parasailor en 's nachts op de rolgenua. Het weer op de Atlantic vonden we vaak wat bedreigend omdat het zomaar kan veranderen, de zee in de Carieb is uitermate oncomfortabel met relatief harde wind en steile golven. Maar hier op de Pacific is dat anders en voor het eerst genieten we echt van een oversteek. Verkeer was er nauwelijks; wij hebben eenmaal een vrachtschip voorbij zien komen maar we hoorden van andere boten dat ze een keer een Japanse vissersfabriek tegen zijn gekomen. Je kunt zoiets geen vissersboot meer noemen, want er wordt een net meegesleept van 20 kilometer lang en er vliegen een helikopter en drie drones in de lucht die met felle lampen de vissen naar het net moeten lokken. Dit noemen we geen visserij meer maar het schaamteloos leegroven van de zee met een volledig gebrek aan respect voor dolfijnen, zeevogels en alles wat hierdoor als "bijvangst" sneuvelt. Iedereen die er getuige van is is er ontdaan over.
Vissen
Ook wij vissen. Maar dan anders. Wij slepen een plastic octopusje achter de boot aan en lokken daarmee roofvissen als tonijn. Midden op de oceaan is er geen vegetatie en praktisch alles dat er rondzwemt eet andere vissen en wordt later zelf weer door een nog grotere vis opgegeten. Wij zijn nu onderdeel van dit systeem en ook Ilona die normaal gesproken vegetarisch eet, doet mee met de vis. Het is ecologisch: voor dit voedsel is geen druppel diesel verbruikt en er wordt geen verpakkingsmateriaal verspild en bovendien had de vis een goed natuurlijk leven en is er geen sprake van 'ongewenste bijvangst' die verloren gaat. Onze visserij is succesvol en met regelmaat trekken we een tonijn uit het water die we vervolgens trakteren op een borrel waarna het dier onmiddellijk in een eeuwige roes terechtkomt. We eten tonijnsalade tussen de middag, tonijnfilet bij het avondeten, en tonijn als hapje tussendoor. We willen ook wel eens een andere vis proberen maar we vangen op een of andere manier alleen maar tonijn. Dit tot enige jaloezie van enkele andere boten die al duizenden mijlen een lijntje achter de boot aanslepen maar nooit iets vingen.
Reparaties
De focus tijdens deze oversteek ligt nog meer dan anders op het heel houden van je spullen. Onderweg zijn er geen reparatiefaciliteiten, garanties zijn waardeloos, iets dat stuk gaat is hoe dan ook een probleem. We varen conservatief en verliezen hierdoor wat snelheid, maar later horen we van de snellere boten dat ze wat zeilen hebben opgeblazen, lijnen zijn geknapt, etc. en ze verliezen veel tijd met wachten totdat de kapotte spullen zijn gerepareerd of nieuw ingevlogen en ingeklaard.
De oplader van onze elektrische tandenborstel gaat stuk. Dat is niet voor het eerst: die rommel van Braun kan niet overweg met ietwat afwijkende golfvormen dus onze inverter die van de 12 Volt batterijspanning 220 Volt maakt is voor Braun niet goed genoeg. Ok, de broodbakmachine, waterkoker, magnetron, etc. doen het allemaal prima op de inverter maar niet de oplader van de tandenborstel. We hebben ook een kleine sinus-omvormer maar helaas is die sinus-omvormer nu overleden dus kunnen we de tandenborstel niet meer opladen. In Panama werkt alles op 110 Volt (maar Braun opladers kunnen in tegenstelling tot moderne opladers niet met een internationaal voltage overweg), elektrische tandenborstels kennen ze nauwelijks en sinus-omvormers konden we al helemaal niet vinden. Dus dan maar over op met de hand tandenpoetsen maar Frans krijgt al snel een ontsteking aan zijn tandvlees en even dreigt een ontstoken tandwortel wat geen pretje is als de tandarts wekenlang niet beschikbaar is. De snoerloze oplaadbare tandenborstel wordt door hem dan ook omgetoverd in een tandenborstel met snoer die via een USB-stekker weer is op te laden en het gevaar lijkt te zijn geweken.
De MPPT-controller van onze zonnepanelen blijkt ernstige storing te veroorzaken op de kortegolf. Uit de defecte sinus-omvormer wordt een ringkern gesloopt die opnieuw gewikkeld een goed ontstoringsfilter wordt voor de MPPT-controller. Ook op dit terrein doen we dus aan recycling!
Radionetje
Het volgende is vast voer voor psychologen en sociologen. Maar het radionetje kreeg voor ons een bijzondere betekenis. Je vaart een maand lang met om je heen alleen maar water, iedere dag opnieuw. Onder je blauw, boven je blauw. Halverwege ben je 2700Km van de dichtsbijzijnde kust en de bodem is al die tijd zo'n 3000 meter onder je. Oef, een heel eindje zwemmen als je naar het vasteland wilt. Dagen vervagen, afstand vervaagt. Zelfs het vertrouwde houvast dat je van huis af kent, de tijd, is hier geen houvast meer want regelmatig verzetten we de tijd en we hebben te maken met de tijd thuis in Nederland, dan weer UTC, de tijd op de plek van aankomst, de tijd op plek van vertrek, en de tijd die we op de boot aanhouden. Thuis is het niet meer "een paar uur later" maar laat in de avond als hier de zon opkomt. En thuis is een raar begrip als er geen andere mensen meer lijken te bestaan. We zien wekenlang geen enkel teken van andere mensen, zelfs de smartphones blijven doodstil. En dan is er ineens dat klein beetje houvast in die zee van leegheid: het radionetje. Iedere ochtend om 1600 UTC verzamelt een zwerm boten dat ergens onderweg is vanaf de Galapagos naar de Markiezen zich op 8.143MHz USB met een meereizende "net-controller". Een deel van de deelnemers hebben we vluchtig leren kennen op onze feestavond op de Galapagos, een ander deel was voor ons onbekend. Maar iedereen meldt zich trouw in en gaat iedere dag het lijstje af: latitude, longitude, course over ground, speed over ground, weersomstandigheden en sluit af met het gerustgevende "all is well on board". Dit communiceren heeft doorgaans wat voeten in aarde want de afstanden zijn groot, de kortegolfpropagatie is grillig en niet iedere boot kan elke andere boot horen dus er wordt vaak gevraagd om een "relay". Wij zijn vaak relay want wij hebben een metalen boot en dat is voor kortegolfcommunicatie een duidelijk voordeel: Ilona's stem dringt door tot op duizende mijlen afstand. We noteren iedere dag ijverig de posities van alle bijna 30 deelnemende boten en de dichterbij zijnde boten programmeren we in onze chartplotter (soort TomTom) zodat we ze goed kunnen volgen. Dichtbij is een relatief begrip, want boten die "maar" 300 Kilometer ver van ons verwijderd zijn behoren voor ons tot de categorie "vlakbij". Elke stem kunnen we na korte tijd dromen en van de ons nog niet bekende mensen fantaseren we er ongewild een personage bij. Oorsprong doet er totaal niet toe en de enige overeenkomsten bestaan uit het feit dat we cruisers zijn en dat we de de Engelse taal beheersen. Ons netje bestaat uit Schotten, Amerikanen, Nieuw-Zeelanders, Australiers, Zwitsers, Engelsen, Oostenrijkers en Canadezen. De behoefte aan menselijk contact blijkt groot en na enige tijd wordt er zelfs een quiz over de radio gehouden, wat zo populair wordt dat we aan het einde zelfs een dagelijkse quiz hebben. Op sommige boten reizen muzikanten en onderweg onstaat de "banana-balad", een hilarische song gemaakt door Jane en David van de Eliana waarin het prominente overlevingsvoedsel en de deelnemende boten over de kam geschoren worden.
Ons oorspronkelijke plan was om naar Fatu Hiva te gaan, maar er is een gerucht over problemen bij aankomst op dit eiland dat geen officiele "port of entry" is, en eigenlijk hebben we het gevoel niet zomaar stilletjes te kunnen verdwijnen van onze kleine drijvende gemeenschap die een maand lang ons zo dierbaar is geweest. We gaan dus naar Hiva-Oa waar de anderen ook heen gaan. Twee dagen voor aankomst zien we voor het eerst weer boten op onze AIS: alle lijntjes komen langzaam weer bij elkaar. Van sommige boten zien we 's nachts het toplicht in de mast en we kunnen ineens weer praten via de marifoon. We seinen met zaklampen naar elkaar want het is ineens heel bijzonder om in plaats van een eindeloze horizon het bewijs van een ander menselijk wezen te aanschouwen. De aankomst is geweldig! We ruiken het land al van verre en we herkennen een aantal boten die we op het radionetje gehoord hebben. Kijk, daar ligt Time Bandit, hee, dat is Philiosophy, ach dus dat is Villemee, etc. Een paar dagen na ons komt de Oostenrijkse Esperanza binnenvaren en houdt triomfantelijk een enorme Wahoo omhoog waar we later die dag allemaal van zullen eten aan boord van een Schot die voor de gelegenheid zijn Schotse rok heeft aangetrokken en ons rijkelijk op Schotse whiskey trakteert. Dagenlang gaan we op in een sociaal programma waarbij uitnodigen en uitgenodigd worden centraal staat. We worden gefeliciteerd en feliciteren na ons binnenkomende bekenden en 's avonds feesten we op de grotere boten. Dat gaat zover dat we pas na twee dagen op de ankerplek er eindelijk eens toe komen om voor het eerst eens een keer aan land te gaan....!
Over dat aan land komen schrijven we een ander stuk, maar we kunnen alvast kwijt dat de natuur en de plaatselijke bevolking absoluut geweldig zijn!