Al geruime tijd houden we de weersomstandigheden in de gaten tussen de Kaapverden en "de andere kant" van de oceaan. Het is eentonigheid dat de klok slaat: de wind staat over het hele traject naar het Westen en altijd met 15 tot 20 knopen wind. Hier waait de befaamde "passaatwind" (oftewel "tradewinds"), een luchtstroom parallel aan de evenaar die de hele winter door stabiel van het Oosten naar het Westen beweegt. Althans in theorie. Maar zover wij aan de weersgegevens kunnen zien is de passaatwind een feit. De grote Atlantische rally (ARC) is enkele dagen geleden van start gegaan maar er varen ook talloze schepen die op individuele basis de oversteek wagen. We controleren nogmaals de weersgegevens maar die zien er onverminderd goed uit. Eigenlijk gaat het alleen om de eerste paar dagen, want een voorspelling voor over twee weken heeft toch niet veel waarde. Zonder veel plichtplegingen lichten we 's ochtends het anker en zijn we onderweg.
Oorspronkelijk waren we van plan om meerdere Kaapverdische eilanden aan te doen, maar we ontdekken dat we liever ergens wat langer blijven en dan maar wat minder bestemmingen aandoen. Het geeft meer rust en wat meer gelegenheid om de mensen en de omgeving beter te leren kennen.
Dag Suriname
Ons reisdoel is Suriname. Het is een van de dichtstbijzijnde bestemmingen vanaf de Kaapverden en we hebben veel enthousiaste blogs gelezen van andere reizigers. Nu we al varende tijd hebben lezen we ons verder in. Er is veel cultuur, je kan de rivier op varen en in het modderige water zwemmen, je kunt diep het oerwoud in maar het is verstandig om Malariapillen te slikken. Mja. Gezien ons reisschema willen we er sowieso maar kort blijven. Maar eigenlijk hebben we nu even niet zo'n zin in cultuur, we verlangen naar kristalhelder water waarin we kunnen snorkelen en dat Malariaverhaal staat ons ook niet zo aan. We lezen voor de zekerheid nog eens door de informatie die we over de Caribbean hebben en we vinden dat nu veel aantrekkelijker. Doorvaren naar de Caribbean betekent wel een paar dagen extra varen. Maar daar staat tegenover dat het vanaf Suriname vier dagen varen is naar de Caribbean dus netto sparen we vaardagen uit, plus het verblijf op Suriname. En hadden we niet net ontdekt dat we liever wat langer op minder plekken verblijven dan korter op meer plekken? Sommigen zullen ons voor gek verklaren maar we schrappen Suriname voor nu van het programma en stellen de koers een paar graden bij om in de Caribbean uit te komen. Als de rest van de reis verloopt zoals we nu denken, is het in het tweede deel van de reis ook veel logischer om langs Suriname te gaan; als we Kaap de Goede Hoop ronden en via het eiland St. Helena naar Brazilie oversteken komen we erlangs op weg naar het noorden. En dat is dan weer het mooie van deze manier van reizen: Je kunt zomaar het roer omgooien en de bestemming wijzigen als je daar zin in hebt.
Spannend
Of het niet spannend is de oceaan over te steken?
Aan de ene kant is dat zeilen enorm rustgevend. Zacht wiegend op de golven, motorloos voortbewegend, met overal om je heen hetzelfde uitzicht dat niet lijkt te veranderen. Geen internet of andere storende elementen. Het staren naar de golven die achter op de boot inlopen heeft net zo'n effect als het staren in de vlammen van een houtkachel.
Maar aan de andere kant heeft het hele gebeuren, net als bij het vuurtje in de openhaard, de potentie om helemaal uit de hand te lopen. Het emmertje water hoort naast de openhaard te staan, en bij het oceaanoversteken hoor je er continu op bedacht te zijn dat er dingen kunnen stuk gaan, dat het weer plotseling kan omslaan, dat er iemand ziek kan worden, enzovoorts.
Met name 's nachts wanneer er geen maanlicht is voelt het wel spannend aan. Je zit daar in je eentje, de wind zwelt langzaam aan, je hoort golven naast de boot breken, soms een harde klap gevend tegen de romp, maar ziet de golven niet. Pas als ze uiteen spatten in schuim dan zie je het schuim, want dat licht op door het lichtgevende plankton dat bij heftige beweging lichtsignalen geeft. Maar eigenlijk is het veel spannender om binnen in bed te liggen en alleen maar alle geluiden te horen zonder dat je op de instrumenten en zeilen kijkt en ziet wat er gebeurt. Je ligt in het donkere bed terwijl de zee -afgeschermd met slechts 6-8 mm aluminium- onder je door raast en kolkt. Het is ongelooflijk hoe bulderend de zee en de wind kunnen klinken, zeker als de golven hoog zijn en tegen het schip aan uiteenknallen of onder je door breken. Je kunt het dan niet helpen om af en toe aan de ander te vragen: gaat het wel goed, gaan we niet te hard....??
De elementen die voor spanning zorgen:
- Het weer
- In principe kunnen we redelijk extreem weer aan, mits het zich niet als volslagen verrassing aandient. Het weer volgen we dus nauwgezet, door simpelweg de lucht te observeren, door gribfiles te downloaden, door met mede-zeilers te communiceren en door weerfaxen binnen te halen. Toch blijft het spannend want de meteorologen hebben minder meetstations op de oceaan dan op de wal en de weersvoorspellingen op de oceaan zijn dan ook met een korreltje zout te nemen. We toetsen de voorspelde windrichting, luchtdruk, etc. dan ook steeds aan onze eigen waarnemingen en als die zaken op onverklaarbare wijze beginnen af te wijken dan is dat een "aandachtspuntje".
- Defecten
- Spullen die stuk kunnen gaan vormen ook steeds een dreiging op de achtergrond. We houden alles dan ook nauwgezet in de gaten. Alles dat trilt, flappert, schuurt, etc. is hard bezig stuk te gaan dus je luistert en voelt steeds of alles in rust is en als dat niet zo is dan moet je er wat aan doen. Voorkomen is beter dan genezen. Het spreekt voor zich dat we de boot voor een oversteek goed hebben nagekeken en dat alles goed is onderhouden. En dat we voor alle kritische onderdelen een back-up hebben. Toch weet je vooraf al dat het onvermijdelijk is dat er dingen stuk gaan en dat je moet improviseren. Bij ons gaat gelukkig tijdens de reis niet veel stuk. Alleen een runner van een rits van de zeilhoes van de fok, het deklicht, en kleine onderdelen van beide stuurautomaten raken defect. Voor de eerste twee defecten bedenken we een back-up, de laatste twee defecten worden creatief gerepareerd. Er wordt wel beweerd dat het voor een oversteek belangrijker is om zelfstandig dingen te kunnen repareren dan om goed te kunnen zeilen. Voor die stelling valt veel te zeggen vinden wij.
- Aanvaringen
- Dan zijn er nog de objecten die je kunt tegenkomen: andere boten, weerboeien, en de categorie "onvermijdelijk" zoals half gezonken containers en slapende walvissen. De kans op die laatste twee is erg klein, ongeveer hetzelfde als op de wal door een vallende meteoriet of door de bliksem getroffen worden maar toch. En voor de andere boten en statische objecten zoals weerboeien vertrouwen we op onze apparatuur, zoals de AIS, radar en GPS.
- Bemanning
- Als je hier ziek wordt of letsel oploopt heeft dat twee grote problemen: Je bent zo 1000 kilometer van het dichtstbijzijnde ziekenhuis verwijderd en bij een tweekoppige bemanning heb je niet veel reserve aan mankracht en is het wegvallen van de helft van de bemanning een ramp. Natuurlijk bestaan er solozeilers maar daar is de boot dan wel op ingericht. We houden de gezondheid van de bemanning dus goed in de gaten, eten geen twijfelachtige producten en kijken extra uit bij alles wat we doen. En we zijn 's nachts en soms ook overdag aangelijnd zodat we niet zomaar van boord kunnen verdwijnen. We drinken geen alcohol, nemen voldoende rust en zorgen dat we voortdurend alert kunnen zijn.
Ter geruststelling: In het onwaarschijnlijke geval dat er dingen faliekant misgaan hebben we de nodige back-up: We kunnen om medische hulp vragen via de satelliet (waarbij desnoods een cruiseschip met operatiekamer wordt omgeleid), we hebben een overlevingsvlot, drijvende radiozender die dagenlang een noodsignaal met onze GPS-positie uitzendt, etc. Maar daar willen we natuurlijk helemaal geen gebruik van hoeven maken.
Kortom, het is aan de ene kant rustgevend, maar aan de andere kant blijft het spannend, tellen we de mijlen af tot we aan de overkant zijn, en vieren opgelucht een feestje wanneer we het gehaald hebben.
Tijd
Aan boord hanteren we verschillende tijden. Dat is voor ons al verwarrend genoeg, laat staan voor de lezers van dit verhaal. Dus bij deze even een uitleg.
- Zonnetijd
- Dit is de werkelijke tijd, volgens de definitie dat de zon om 12 uur 's middags op zijn hoogste punt staat. Zonnetijd is op iedere plek van de aarde weer anders omdat de aarde nu eenmaal rond draait en steeds een ander stukje van de aarde precies naar de zon gericht staat.
- Lokale tijd
- Dit is de tijd die in het betreffende land wordt aangehouden. Meestal is dit de zonnetijd, afgerond op een heel uur, maar vaak ook wordt een afwijkende tijd aangehouden omdat dit beter past met de buurlanden. Zo zou Nederland strikt genomen dezelfde tijd moeten hebben als in Engeland, maar het is praktischer om dezelfde tijd aan te houden als de rest van het Europese vasteland.
- Zomertijd
- Om het nog wat ingewikkelder te maken doen sommige landen ook nog aan zomertijd zodat de relatie met de zonnetijd helemaal zoek is. Niet alle landen doen aan zomertijd, dus soms is er wel en soms geen tijdsverschil. En op het zuidelijke halfrond wordt zomertijd ingesteld wanneer het in Nederland winter is.
- Boordtijd
- Dit is de tijd die we op de boot aanhouden. Normaal gesproken is dat de lokale tijd maar midden op de oceaan is er gewoon iedere 15 graden westerlengte een andere tijdzone. Dit komt omdat de aarde verdeeld is in 360 graden, en aangezien de aarde in 24 uur een rondje draait zijn er 24 tijdszones van elk 15 graden. Natuurlijk maakt het aan boord niet zoveel uit want we hebben toch geen afspraken, maar voor ons wachtschema is het wel fijn als de tijd voor en na middernacht even veel "donker" bevat. En het is wel handig bij aankomst als je al zo'n beetje aan de lokale tijd gewend bent geraakt.
- UTC
- UTC is een tijd die over de hele wereld gelijk is. Geen tijdzones, geen winter- of zomertijd. Een baken in de tijdsverwarring. Aan boord hebben we de nodige klokken op UTC staan, dat is handig om te weten wanneer er een bepaalde uitzending op de radio begint (wat wijselijk in UTC wordt opgegeven), om de tijdsduur te meten dat we onderweg zijn (ook al passeren we meerdere tijdzones en passen we tussentijds de boordtijd aan), en in onze camera's en logboeken zodat we ons later niet hoeven af te vragen volgens wiens locale tijd iets was genoteerd. UTC loopt een uur achter op de Nederlandse locale tijd, of twee uur wanneer het in Nederland zomertijd is. Tijdens het schrijven van dit artikel bevinden we ons in de Caribbean waar ze de tijdszone UTC-4 aanhouden, dus onze tijd loopt 5 uur achter op de Nederlandse wintertijd.
Dagelijkse activiteiten
Normaal begint de dag met opstaan, maar niet bij ons. "We" staan helemaal niet op, want als een van ons naar bed gaat dan staat de ander op. Een echt begin van de dag is er niet, dus laten we middernacht maar als begin van de nieuwe dag beschouwen. Hoewel ook dat middernacht discutabel is, want we reizen de zon achterna en "middernacht" is iedere dag 10 minuten later en een paar keer zetten we de klok dan ook een uur terug om de boordtijd weer kloppend te krijgen met de zonnetijd.
Om middernacht is officieel mijn wacht afgelopen. In de praktijk wordt het vaak 01:00 uur 's nachts omdat Ilona soms toch wat treuzelt met naar bed gaan en als ik om middernacht niet verschrikkelijk slaperig ben dan gun ik Ilona graag dat uurtje extra rust. Wisselen van de wacht doen we snel en efficent, meestal valt er niet veel te vertellen en is alles nog hetzelfde als zes uur geleden. Het is jammer dat het zo warm is want anders had ik er beslist van kunnen genieten om in een voorverwarmd bed te stappen. Ik word vaak wakker door de geluiden en bewegingen van de boot. Meestal is het dan nog donker maar als ik dan zie dat het toevallig licht begint te worden dan sta ik op. Te lang blijven liggen kan ook niet want we hebben een druk ochtendprogramma.
Onze eetgewoonten zijn best anders dan thuis. We eten "rare" plaatselijke dingen maar ook aan boord ziet ons menu er noodgedwongen anders uit dan thuis. Ik vind het allemaal prima maar mijn oer-Hollandse ontbijt is niet onderhandelbaar. Ik wil gewoon een boterhammetje met kaas, punt uit, en daar hoort ook een kopje thee bij. Maar met de thee begint het al: hoe gaan we die zetten? We kunnen dat met een elektrische waterkoker doen maar ook met behulp van een fluitketel op ons cardanische fornuis. De voorkeur gaat uit naar de elektrische waterkoker: milieuvriendelijk want de stroom is afkomstig van onze zonnepanelen en het kost dus geen fossiele brandstoffen. Gemakkelijk ook, want er is niks zo vervelend als in een ander land op zoek te moeten gaan naar gasflessen. Overal hebben ze andere aansluitingen, andere regels, en ook niet overal is gas gemakkelijk verkrijgbaar, om nog maar niet over het gesjouw te spreken om de gasfles uiteindelijk vanuit het depot aan boord te krijgen. De elektrische waterkoker is dus favoriet, maar soms is het bewolkt en leveren de zonnepanelen minder op, of verwachten we veel stroom te moeten gaan gebruiken voor andere zaken. Dus allereerst moeten we de stroomsituatie bekijken en dan pas kunnen we bepalen hoe we thee gaan zetten. Meestal gebruiken we de elektrische waterkoker en zetten we twee liter thee die we direct in thermoskannen gieten zodat we er de hele dag mee vooruit kunnen.
Aan ontbijten komen we nog even niet toe, want er zijn eerst wat beslissingen die we moeten nemen. Moet er zeil bij, of juist af? Verse weersgegevens zijn hiervoor cruciaal en die moeten we ophalen via de kortegolf, via verbindingen met stations op duizenden mijlen afstand. Dat gaat niet zomaar, het is afhankelijk van vele factoren, waaronder tijdstip: 's ochtends en 's avonds werkt het beste, rond het middaguur is er doorgaans met geen enkel station contact te leggen. En een station kan maar met een schip tegelijk verbinding hebben dus vaak zijn de bruikbare frequenties bezet. Ik stel een email op met daarin de coordinaten van het gebied waarvan ik weersinformatie wil hebben, het soort informatie, de resolutie en nog wat andere parameters. Die email verstuur ik dan via de kortegolf naar een geautomatiseerd station waar ze die gegevens voor ons verpakken in een bijlage die naar ons wordt teruggestuurd. Email is tergend langzaam: 7kb per minuut is het snelste dat ik ooit heb gezien maar 500 bytes per minuut is meestal de norm. Daarom vragen we allereerst een minimum aan gegevens, vergelijken die gegevens met de voorspellingen van de voorgaande dag, en als daar onverwachte veranderingen in zitten of de situatie daartoe aanleiding geeft dat stellen we een nieuwe email op waarin we aanvullende gegevens opvragen. Alleen al voor het verkrijgen van de weersgegevens moet er dus meestal vier keer verbinding worden gelegd.
In een tabel kan ik opzoeken welke radiostations er op welke frequenties in principe bereikbaar zouden kunnen zijn. Of ze echt bereikbaar zijn hangt van de atmosferische situatie af. Tijdens onze oversteek heb ik goede resultaten met een radiostation in Canada (Halifax) maar ook worden regelmatig verbindingen gelegd met Europa en Zuid- en Noord-Amerika. Het hele email-ritueel duurt gemakkelijk een uur of langer. De gekoesterde gribfiles worden na ontvangst in een programma geladen waarna we kunnen zien wat de verwachte windsterkte en -richting is. De gegevens moet je met een korrel zout nemen (waarvan we hier genoeg hebben) maar het is een aardige indicatie.
Vaak hoeven we de zeilvoering niet aan te passen maar soms is de wind tijdens de nacht wat ingezakt en als dan ook de gribfiles aangeven dat de wind niet opnieuw zal gaan aantrekken dan moet er zeil bij. Of andersom natuurlijk.
Ontbijt is een heel gejongleer met borden, brood en beleg. Niks blijft vanzelf liggen. Als je je bord schuifvast op het aanrecht hebt staan dan is het weer het brood wat van je bord afschuift nog voordat je de boter hebt kunnen pakken. En je komt armen te kort want je moet het bord, de boter, je mes, het brood tegelijk vasthouden en o ja, ook nog jezelf. Als je voorzichtig het kastje openschuift dan komt niet alleen de nutella maar ook de pindakaas naar buiten zetten. Behalve die ene dag waarbij de pot pindakaas gebroken was en dus netjes in de kast bleef plakken. De Nutella is in dit klimaat vloeibaar dus dat is ook bij het openen opletten geblazen.
Na het ontbijt is het even rustig en Ilona neemt vaak de gelegenheid om nog even wat bij te slapen.
Met een zelfgebakken brood doen we anderhalve dag, dus soms moeten we brood bakken voor het ontbijt en soms voor de lunch. Gelukkig hebben we daar heel luxe een broodbakmachine voor, maar je moet natuurlijk niet vergeten het apparaat te vullen en helaas komt het voor dat iemand vergeten is het ding op te starten... Nou ja vergeten, het kneden van het deeg is wat rumoerig dus bij voorkeur zetten we het apparaat pas aan als er niemand ligt te slapen. Maar ja, dan moet je er later nog wel aan denken om op de knop te drukken... Gelukkig hebben we ook nog koekjes!
Na de lunch mag ik gaan slapen. Slapen doe ik niet altijd maar het is wel fijn om even een rustmoment te hebben. Want na het avondeten heb ik wacht en dan moet ik wel fit zijn. Vlak voor het avondeten is het weer tijd om de weersgegevens te downloaden, en dat ritueel kost natuurlijk weer opnieuw de nodige tijd. De weersgegevens zijn belangrijk om te kunnen beoordelen wat we met de zeilvoering 's nachts gaan doen. We willen 's nachts liever geen veranderingen aanbrengen dus als we denken dat de wind gaat toenemen dan leggen we alvast een extra reef in het zeil. Of als we weten dat de windrichting gaat veranderen dan zetten we de zeilen alvast de goede kant op. We hebben in principe rugwind dus de zeilen kunnen naar beide kanten uitstaan, maar in de praktijk komt de wind net niet recht van achteren en dan is het beter dat we de zeilen op de beste manier uitzetten.
Het avondeten is altijd weer een verrassing ondanks de wat beperkende omstandigheden. We eten zelfs een keer een heuse pizza!
Na het avondeten wordt het donker en gaat Ilona direct naar bed. Het is dan mijn wacht en overwegend is zo'n wacht best saai. Tot er harde wind staat of we aanvaringskoers liggen met een of andere tanker of vrachtschip. We dachten altijd dat het zo rustgevend zou zijn om in plaats van een vliegtuig een schip te besturen, omdat je bij conflicterend verkeer dan niet in seconden hoeft te denken maar er gerust een uur voor kunt uittrekken, maar in de praktijk blijkt dat nauwelijks rustgevender te zijn. En conflicterend verkeer hebben we de eerste en laatste dagen van onze oversteek opvallend vaak. Je zou denken dat zo'n oceaan groot genoeg is maar op een of andere manier krijgen we het meermaals voor elkaar om het pad te kruisen met iets groots en logs.
Traffic!
Op onze AIS zie ik een stip oplichten. AIS is een systeem waarbij ieder schip zijn positie en andere gegevens via de radio uitzendt zodat je eigenlijk geen radar meer nodig hebt om andere schepen te zien. De voordelen zijn dat het ondubbelzinnig is (radar mist soms een boot en verzint soms boten die er niet zijn) en dat je ook direct allerlei extra gegevens hebt zoals de namen en afmetingen van de schepen in de buurt. Zo zie ik daar een tanker van meer dan 300 meter lengte onze kant op varen. Onze navigatiecomputer rekent precies uit dat de CPA (het "Closest Point of Approach") over anderhalf uur plaatsvindt en dat we dan nog maar 100 meter van elkaar verwijderd zullen zijn. Maar omdat onze snelheid steeds een beetje wisselt, evenals onze koers, en hetzelfde geldt voor het andere schip, wordt dit getal steeds aangepast. Soms komen we volgens de berekening niet dichterbij elkaar dan 2 mijl, maar soms is die afstand maar 20 meter.
Ilona ligt nog maar net op bed dus ik roep naar binnen dat we het precies voor elkaar hebben om het pad te kruisen met een dikke tanker. Ilona kijkt mee op haar mobieltje dat middels een listige app de navigatiegegevens kan weergeven en ook zij kan nu de tanker zien. De tanker komt precies van rechts maar heeft geen voorrang. Want de regel is simpelweg dat zeilboten voorrang hebben op motorboten, en een tanker is een motorboot, ook al is ie een beetje groot. Dus ik verwacht (of hoop) dat de tanker "iets" gaat doen aan de situatie, maar er gebeurt niets. Wij gaan er nu zelf niets aan doen want de zeilen en stuurautomaat staan net perfect ingesteld voor de nacht en Ilona ligt al op bed. Een kleine koerswijziging gaat deze situatie niet oplossen en voor een drastische koerswijziging moeten ook de zeilen weer anders gezet worden maar daarvoor moeten beide bemanningsleden aanwezig zijn.
Na een half uur is de situatie onveranderd en liggen we nog steeds op collision course. Ik laat mijn ogen weer even aan het donker wennen en tuur in de opgegeven richting. Inderdaad zie ik daar nu ver weg een lichtje, dus verdorie daar komt hij al aan. Op een gegeven moment zie ik de tanker een paar graden naar het oosten draaien, dus dan passeert hij ons achterlangs. Op de computer verandert de CPA direct in een geruststellende 3 mijl. Maar een paar tellen later zakt de wind wat in en zakt ook onze snelheid omlaag. Dus tegen de tijd dat de tanker ons achterlangs zou passeren zijn wij daar nog niet weg en de computer bestraft ons dan ook gelijk weer met een CPA van slechts een tiental meters. De tanker draait nu weer iets bij naar het westen, en zo blijven we kat en muis spelen. Minuten gaan voorbij maar er verandert niets. Wij kunnen eigenlijk niet zoveel doen, want onze snelheid wordt bepaald door de wind. We kunnen een beetje naar rechts of links sturen, maar omdat de tanker ons haaks nadert heeft dit alleen maar tot gevolg dat de botsing wat eerder of later gaat plaatsvinden.
Met nog maar een half uur te gaan ben ik het zat en roep ik de tanker op. Hij vaart onder Griekse vlag en zoals ik al dacht verloopt de communicatie moeizaam. "Good evening, this is sailing yacht Omweg. It appears to us that we are on a collision course. What are your intentions?" Iets onverstaanbaars komt terug. Ik probeer het wat directer: "We are a sailing yacht and somewhat limited in manouvring. Can you pass behind us?" Er komt iets terug wat lijkt op instemming met dit plan, maar er gebeurt niets. Ik vraag dus maar heel direct: "Would it be possible that you change your course a little bit to the east?" "Ok" komt er terug, en inderdaad zie ik op de computer dat de tanker langzaam begint bij te draaien. De CPA verandert nu weer naar een gezonde 2 mijl. Ook de wind trekt weer wat aan waardoor we sneller gaan varen en een grotere tussenruimte zouden moeten krijgen, maar de CPA loopt niet verder op. Op de computer zie ik dat de Griekse tanker elke ruimtewinst direct weer opsnoept door weer naar zijn oorspronkelijke koers terug te draaien. Nou ja, gelijk heeft ie natuurlijk want het zal wel wat kosten om zo'n tanker een omweg te laten varen vanwege zeilbootje Omweg, en in principe is 2 mijl tussenruimte genoeg. Ik hoop maar dat die Grieken begrijpen dat onze snelheid weer net zo gemakkelijk kan terugvallen en dat ze dan opnieuw moeten gaan uitwijken. Maar gelukkig gaat alles goed en passeert de tanker ons uiteindelijk met de geplande 2 mijl tussenruimte achterlangs. Het hele ritueel heeft anderhalf uur lang mijn aandacht opgeeist, Ilona wakker gehouden, en al met al de rust aan boord danig verstoord. Hoezo prettiger dan in ons vliegtuig een Boeing op je af te zien komen? Dat laatste is meestal in een paar seconden afgehandeld en duurt in ieder geval geen zenuwslopende anderhalf uur...
Hoogtepunten
- Sinterklaas
- Op Sinterklaas zie ik ineens een schoen, mijn schoen, op de vloer van de kuip staan! De verrassing is des te groter omdat ik al weken geen schoeisel meer heb gezien. En in de schoen steekt een gedichtje! En Ilona is creatief in de kombuis geweest en heeft speculaasbrood gebakken. Zonder speculaaskruiden maar op de gok van wat er aan losse ingredienten in hoort. En het resultaat lijkt inderdaad verrassend goed op speculaas! Mjammie!
- Race catamaran
- Op de AIS zie ik iets geks. Op de AIS is gedurende een oversteek nauwelijks ander verkeer te zien, dus de enkele keer dat we een boot op het scherm zien dan bekijken we geinteresseerd wat daar rondvaart. De AIS zegt dat het een "sailing vessel" is, maar de snelheid bedraagt maar liefst 32 knopen! En dat is vreselijk snel voor een zeilboot. Aan de afmetingen kan ik afleiden dat het een catamaran of trimaran moet zijn. Met zo'n snelheid duurt een Atlantische oversteek maar 3 dagen! Het moet dus zo'n hi-tech koolstofvezelachtig prestige-gevaarte zijn die je soms op beurzen ziet. Een tijdje later krijgen we hem ook echt in het zicht en zien we hem aan de horizon voorbij scheuren.
- Blue Marlin
- Op de een na laatste dag van de oversteek lijkt het erop dat we te vroeg zullen aankomen op Union Island. We varen maximaal gereefd nog net iets te snel, dus we overwegen een zwempauze in te lassen. Dus gewoon de boot stil leggen en een voor een gaan zwemmen. Terwijl we het er over hebben zie ik ineens weer een schim door het water zoeven naast Omweg. Dat zien we vaak, en dat zijn tot nu toe altijd dolfijnen. Maar deze "dolfijn" is wel erg groot, bijna 3 meter lang schatten we, en in zijn eentje. En hij heeft een blauwe verticale staart die zo nu en dan net boven het water uitsteekt en als een mes door het water snijdt. En een lange spitse snuit, en blauwe verticale strepen op zijn lijf. Het blijkt een Blue Marlin te zijn! Een vis die iedere visser ooit hoopt te vangen maar nu zwemt hij zomaar rond onze boot en wij zijn allerminst van plan dit prachtige dier te vangen. Hij blijft een hele tijd om de boot zwemmen en hij is mooier dan we (later) op foto's op internet zien. Het is een van de grootste vissen die er zijn en ze kunnen wel 1000 kilo wegen. En ze gebruiken hun spitse snuit als wapen waarmee ze prooien verwonden zodat ze die later op kunnen peuzelen. Gelukkig zakt de wind wat in zodat we geen tijd teveel meer hebben en ons ook niet meer hoeven af te vragen of we nou wel of niet een eindje willen opzwemmen met een Blue Marlin.
- Aankomst
- De ochtend van onze aankomst is de lucht dreigender dan we gedurende de hele oversteek hebben gezien. Er lijkt slecht weer op komst te zijn. Zul je net zien, de hele oversteek prima weer, en dan tijdens een van de laatste uurtjes alsnog noodweer? Gelukkig blijft het bij een dreigende lucht en enige tijd later lopen we alsnog de ankerplaats binnen. Maar eenmaal goed en wel geankerd barst er een enorme tropische regenbui los! Welkom op de Caribbean! Het duurt enige tijd voordat we beseffen dat de oversteek erop zit. We hebben het echt gedaan! Een Atlantische Oversteek!
Statistieken
- Afgelegde afstand: 2200 mijl
- Tijdsduur: 17 dagen
- Gemiddelde snelheid: 5.3 knopen
- Aantal uren gemotord: 6
- Wind: Meestal tussen de 15 en 25 knopen, soms uitschieters tot 33 knopen, de eerste dagen maar 10 knopen wind
- Maan: We begonnen met volle maan gedurende de hele nacht, maar aan het einde van de oversteek was er geen maan meer over
- Temperatuur: Overdag 30 tot 35 graden, 's nachts 25 tot 30 graden. Zeewatertemperatuur ongeveer 28-29 graden.
- Defecten: Rits van de zeilhoes fok. Verlengstaaf elektrische stuurautomaat. Besturingslijnen mechanische stuurautomaat.